Artikel 4: 97 Awb

  • Laatst geupdate: 09-03-2020

artikel 4:97 Awb

De schuldenaar is in verzuim indien hij niet binnen de voorgeschreven termijn heeft betaald.

1. Wanneer treedt het verzuim in?

Artikel 4:97 Awb regelt het tijdstip waarop de schuldenaar geacht wordt in verzuim te zijn. Met het begrip “verzuim” is aangesloten bij artikel 6:81 e.v. BW. De regeling is vooral van belang voor het bepalen van het begin van de termijn waarover wettelijke rente moet worden betaald, maar het verzuim heeft ook andere gevolgen. Zo kan het bestuursorgaan eerst een aanmaning (artikel 4:112 Awb) sturen wanneer het verzuim is ingetreden. Daarnaast is van belang dat vanaf het moment dat het verzuim intreedt, de wettelijke rente gaat lopen (ABRvS 1 augustus 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX1879).

Het verzuim ontstaat wanneer de schuldenaar niet tijdig heeft betaald. Dat is het geval als op grond van een beschikking moet worden betaald en de in artikel 4:87, lid 1, Awb geregelde termijn van zes weken zonder betaling is verstreken. Dat is ook het geval als op grond van een beschikking moet worden betaald en op grond van artikel 4:87, lid 2, Awb bij of krachtens wettelijk voorschrift een andere termijn voor betaling is vastgesteld, die zonder betaling is verstreken. Gedacht kan worden aan het niet betalen van een verbeurde dwangsom binnen de in artikel 5:33 Awb genoemde termijn.

Bij dwangsommen geldt de bijzondere situatie dat, omdat de dwangsom van rechtswege verbeurt, de betalingstermijn ook van rechtswege aanvangt en verstrijkt. Dit betekent dat de schuldenaar veelal in verzuim zal zijn als bedoeld in dit artikel, zonder dat hij dat door heeft. De Afdeling legt het als volgt uit (ABRvS 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1068, AB 2017/280, m.nt. T.N. Sanders)

4.2. De verbeurte van een dwangsom wegens het niet naleven van een last onder dwangsom en de verplichting een verbeurde dwangsom te betalen, volgen rechtstreeks uit de Awb. In artikel 5:33 van de Awb is bepaald dat een verbeurde dwangsom wordt betaald binnen zes weken nadat zij van rechtswege is verbeurd. Een schuldenaar die een verbeurde dwangsom niet of niet volledig binnen de in artikel 5:33 genoemde termijn betaalt, is op grond van artikel 4:97 in verzuim. 

2. Verhouding tot privaatrecht

De regeling van het verzuim sluit aan bij die in het privaatrecht, waar eveneens geldt dat verzuim intreedt wanneer de betalingstermijn verstrijkt zonder dat de schuld is voldaan. Een ingebrekestelling is daarvoor niet nodig: men zie artikel 6:83, aanhef en onderdeel a, BW. De regeling laat onverlet dat een vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad terstond opeisbaar is, zoals geregeld is in artikel 6:83, aanhef en onderdeel b, BW.

De toepasselijkheid van titel 4.4 op schadebesluiten brengt met zich dat ook dit soort besluiten in ieder geval de te betalen geldsom en de termijn waarbinnen de betaling moet plaatsvinden, dient te vermelden. Het bestuursorgaan is in verzuim indien het niet binnen de voorgeschreven termijn heeft betaald. De ingangsdatum van de wettelijke rente vangt op grond van het bepaalde in deze afdeling aan op het tijdstip dat het bestuursorgaan met de betaling in verzuim is.

De reikwijdte van artikel 4:97 Awb is beperkt tot de wettelijke rente die ontstaat door overschrijding van de betalingstermijn. De regeling heeft geen betrekking op de omvang van de financiële aanspraak, die zelf ook een rentecomponent kan bevatten. De regeling laat de vaststelling van de omvang van de schade onverlet, met inbegrip van de eventueel daarbij behorende rentecomponent. De regeling heeft alleen betrekking op het verzuim dat ontstaat indien niet binnen de voorgeschreven termijn is betaald.

Over de auteur

Thomas Sanders is advocaat bij AKD. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden op het gebied van het handhavingsrecht en het invorderingsrecht. Zijn praktijk richt zich op het bijstaan van overheden en bedrijven in (vaak omgevingsrechtelijke) handhavingsgeschillen en de handhaving van de openbare orde.

Vragen? Neem contact op via tsanders@akd.nl of LinkedIN.