ABRvS 1 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1146 – Toezichthouders treden uit hoofde van hun functie naar buiten – namen mogen niet worden zwartgelakt.
– Beoordeling
6. De Afdeling heeft kennisgenomen van de door de burgemeester overgelegde (vertrouwelijke versie van) gedingstukken en overweegt als volgt.
6.1. De Afdeling acht aannemelijk dat kennisneming van de naam van het strafrechtelijk onderzoek, zal leiden tot aantasting van het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Verder acht de Afdeling aannemelijk dat kennisneming van in terminals aangetroffen geldbedragen en omzetgegevens, zal leiden tot aantasting van het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten, alsmede het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen. Zoals de burgemeester heeft aangevoerd, lopen tegen een aantal (mede in stukken genoemde) ondernemingen nog (strafrechtelijke) procedures. Daarnaast is tot op heden het onderzoek van de Kansspelautoriteit naar de overtredingen van de Wet op de kansspelen nog niet afgerond. Naar het oordeel van de Afdeling wegen deze belangen in dit geval zwaarder dan het belang van [appellant] om kennis te kunnen nemen van de naam van het strafrechtelijk onderzoek, van in terminals aangetroffen geldbedragen en van omzetgegevens.
6.2. De Afdeling acht voorts aannemelijk dat kennisneming van de in de stukken vermelde namen, adressen en een e-mailadres van andere ondernemingen betrokken bij het onderzoek, alsmede de in stukken vermelde terminalnummers en een banrekeningnummer zal leiden tot aantasting van het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer dan wel zal leiden tot onevenredige benadeling van de betrokken natuurlijke personen dam wel rechtspersonen. Naar het oordeel van de Afdeling wegen deze belangen in dit geval zwaarder dan het belang van [appellant] om kennis te kunnen nemen van die gegevens. Dat geldt niet voor zover in de stukken de namen van de officier van justitie, de politiefunctionaris als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Politiewet 2012 en (toezichthoudende) ambtenaren van de Kansspelautoriteit, worden genoemd. Deze ambtsdragers treden uit hoofde van hun functie naar buiten zodat het belang van bescherming van hun persoonsgegevens minder zwaar weegt dan het belang van [appellant] om daarvan kennis te nemen.
7. De Afdeling acht het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd, behoudens voor zover het gaat om de namen van de hiervoor genoemde ambtsdragers. In zoverre acht de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming niet gerechtvaardigd.
8. Indien de burgemeester geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om de namen van de hiervoor genoemde ambtsdragers te verstrekken, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@125593/202004277-2-a3/