ABRvS 10 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1372 – ontkenning mondelinge toezegging door ambtenaar voldoende.

4.    [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat een ambtenaar van bouw- en woningtoezicht van de gemeente Aalten in 2008 een toezegging heeft gedaan die inhoudt dat voor de verbouwing van het kippenhok geen vergunning was vereist.

4.1.     Daargelaten de vraag of een dergelijke toezegging aanleiding had moeten zijn om vergunning te verlenen dan wel om van handhaving af te zien, overweegt de Afdeling het volgende.

Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is vereist dat de betrokkene aannemelijk maakt dat van de zijde van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of en zo ja, hoe het bestuursorgaan in een concreet geval een bevoegdheid zou uitoefenen.

Het college heeft gesteld dat de bewuste ambtenaar desgevraagd heeft verklaard dat hij de bedoelde toezegging niet heeft gedaan. Hetgeen hij heeft meegedeeld heeft volgens het college geen verdere strekking dan dat het reguliere onderhoud vergunningvrij is. Verder is geen schriftelijk verslag of notitie van het onderhoud met deze ambtenaar opgesteld. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat [appellante] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de door haar bedoelde toezegging is gedaan.

Het betoog faalt.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@121310/201907884-1-r4/