ABRvS 11 augustus 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1791 – rapport overtreder mag worden gebruikt voor vaststelling overtreding. BO moet compleet onderzoek verrichten naar alle overtredingen. Concreet zicht op beëindiging is nog geen concreet zicht op legalisering.
Overtreding?
3. Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het een akoestisch onderzoek had moeten laten verrichten om te kunnen vaststellen of de wooneenheden voldoen aan de voorkeurswaarden van de Wgh. Het college voert aan dat tussen partijen niet in geschil was dat 75 wooneenheden niet voldoen aan de voorkeurswaarden van de Wgh. Daarbij wijst het college op de uitspraak van de Afdeling van 1 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2557, over een vergunningaanvraag voor het realiseren van 80 studentenwoningen in het pand en op het akoestisch rapport van LBP SIGHT van 7 maart 2019 dat door de rechtsvoorgangers van de Stichting is ingediend. Uit dit rapport blijkt dat 75 van de 80 woningen niet voldoen aan de voorkeurswaarden uit de Wgh. Volgens het college bestond er dan ook geen aanleiding om zelf nog een onderzoek te laten verrichten.
3.1. Het college betoogt terecht dat niet in geschil was dat 75 van de 80 wooneenheden niet voldoen aan de voorkeurswaarden van de Wgh. In het in bezwaar overgelegde akoestisch rapport van LBP SIGHT van 7 maart 2019 wordt alleen voor vijf wooneenheden geconcludeerd dat deze voldoen aan de voorkeurswaarden. Op basis van dat rapport mocht het college concluderen dat de andere eenheden niet voldoen aan de Wgh. Daar komt bij dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van de Afdeling van 1 augustus 2018 ook niet in geschil was dat die wooneenheden niet voldoen aan de Wgh. Onder deze omstandigheden ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het college toch zelf nog een akoestisch onderzoek had moeten laten verrichten om te kunnen vaststellen of alle wooneenheden voldoen aan de voorkeurswaarden van de Wgh.
Gelet op het voorgaande is het betoog terecht voorgedragen. Maar het betoog leidt niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak. Voor vijf wooneenheden was namelijk wel in geschil of die voldoen aan de voorkeurswaarden van de Wgh. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college voor die wooneenheden een akoestisch onderzoek had moeten laten verrichten om te kunnen vaststellen of die voldoen aan de voorkeurswaarden.
[…]
4.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld onder 3.1 van de uitspraak van 15 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2735, is voor concreet zicht op legalisatie van met het bestemmingsplan strijdig gebruik niet voldoende dat bij het bevoegd gezag bereidheid bestaat om mee te werken aan verlening van een omgevingsvergunning voor dat gebruik. Er moet ten minste al een begin zijn gemaakt met de voor verlening van die vergunning vereiste procedure, hetgeen niet mogelijk is zonder een aanvraag.
4.3. De overtreding houdt in dat in strijd met het bestemmingsplan in het pand wordt gewoond zonder dat aan de Wgh wordt voldaan. Legalisatie betekent in dit geval daarom dat het wonen zonder dat wordt voldaan aan de Wgh, wordt toegestaan. De Stichting heeft geen omgevingsvergunning aangevraagd voor dit gebruik. De rechtbank heeft daarom ten onrechte geoordeeld dat sprake is van concreet zicht op legalisatie. De omstandigheid dat een omgevingsvergunning voor het realiseren van dove gevels is aangevraagd, leidt niet tot een ander oordeel. Daargelaten of die vergunning verleend kan worden, zou de verlening van die vergunning er niet toe leiden dat alsnog wordt voldaan aan de Wgh. Dat zou pas mogelijk het geval zijn wanneer de dove gevels daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Ook met de realisatie van de dove gevels zou de overtreding, namelijk wonen zonder dat wordt voldaan aan de Wgh, overigens niet worden gelegaliseerd, maar zou de overtreding worden beëindigd.
Het betoog slaagt.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@126428/202001447-1-r4/