Mocht de rechtbank bepalen dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand konden blijven?
4. T&W Bouw en [appellant] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft bepaald dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand konden blijven. Zij voeren aan dat met enkel het overleggen van een bankafschrift het college de motivering voor de hoogte van de dwangsom niet heeft gegeven.
4.1. De rechtbank heeft van haar bevoegdheid gebruik mogen maken om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Algemene wet bestuursrecht de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten. De motivering voor de hoogte van de dwangsom heeft het college alsnog op de zitting gegeven en feitelijk onderbouwd met het overleggen van het bankafschrift. Uit deze motivering volgt dat het genoten voordeel € 1.400,00 per maand is. T&W Bouw en [appellant] hebben onvoldoende onderbouwd waarom het college niet mocht uitgaan van dit genoten voordeel. De dwangsom bedraagt € 1.000,00 per week en is daarmee groter dan het genoten voordeel. De rechtbank heeft daaruit mogen afleiden dat de dwangsom hoog genoeg was om te fungeren als financiële prikkel.
Het betoog slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2025:540
Leave a Reply