ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2695 – handhavingsverzoek gedeeltelijk onvoldoende concreet, alleen de concrete punten hoeven te worden meegenomen in het besluit.
1. [appellant] woont aan de [locatie 3] in Kudelstaart. Ten oosten van zijn woning vindt een herontwikkeling plaats op grondslag van het bestemmingsplan “Nieuw Calslagen 2016”, vastgesteld door de raad van de gemeente Aalsmeer (hierna: de raad) bij besluit van 9 februari 2017. Eén van de initiatiefnemers van die herontwikkeling is [partij].
2. [appellant] heeft het college met een brief van 18 april 2020 verzocht om handhavend op te treden ten aanzien van een aantal door hem geconstateerde bouwactiviteiten op de percelen [locatie 1] en [locatie 2]. Deze activiteiten waren volgens hem in strijd met onder meer het bestemmingsplan en het Masterplan Herenweg.
Naar aanleiding van het handhavingsverzoek heeft een toezichthouder van het college op 26 mei 2020 een controle uitgevoerd op de percelen en een dossieronderzoek verricht. Zijn bevindingen zijn opgenomen in een constateringsrapport van 4 juni 2020. Omdat er geen overtredingen werden geconstateerd, heeft het college bij besluit van 23 juli 2020 het handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen.
Bij besluit van 14 januari 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard. Het college heeft daarbij het primaire besluit herroepen ten aanzien van gerealiseerde erfafscheidingen en het handhavingsverzoek op dit onderdeel alsnog toegewezen. Het college heeft hiervoor ook op 13 januari 2021 een last onder dwangsom aan [partij] opgelegd.
De rechtbank heeft het beroep van [appellant] tegen het besluit van 14 januari 2021 ongegrond verklaard.
3. [appellant] kan zich niet met de uitspraak van de rechtbank verenigen, omdat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college steeds met twee maten heeft gemeten. Ten aanzien van [appellant] heeft het college in het verleden namelijk veelvuldig handhavend opgetreden, waarbij ook legaal aanwezige bebouwing diende te worden verwijderd. Ten aanzien van [partij] laat het college na om handhavend op te treden of stelt [partij] steevast in de gelegenheid om illegale situaties te legaliseren. [appellant] vermoedt dat de betrokkenheid van de gemeente bij het plan Nieuw Calslagen daarvan de reden is en beschouwt het college in zoverre ook als vooringenomen.
Omvang van het handhavingsverzoek
4. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college zijn verzoek om handhaving te beperkt heeft opgevat. Volgens [appellant] had zijn verzoek om handhaving ook betrekking op de woning aan de Jan [locatie 4]. De oppervlakte van deze woning is volgens [appellant] te groot en de kelder te diep. Hij wijst daarbij op de maximale afmetingen zoals opgenomen in het Masterplan Herenweg en het bestemmingsplan “Nieuw Calslagen 2016”.
4.1. [appellant] is in zijn handhavingsverzoek en in het bezwaarschrift onvoldoende concreet geweest over een door hem bedoelde overtreding op het perceel [locatie 4]. De rechtbank heeft zich daarom in de beoordeling van het beroep van [appellant] terecht beperkt tot die overtredingen die [appellant] in zijn handhavingsverzoek én in bezwaar nadrukkelijk aan de orde heeft gesteld en die hij in beroep heeft bestreden. Een overtreding op het perceel [locatie 4] is daar geen onderdeel van. Dat [appellant] in zijn stukken in algemene zin naar eerdere verzoeken om handhaving heeft verwezen, betekent niet dat de inhoud van die verzoeken daarmee onderdeel van de procedures is geworden, waarop de thans aanhangig zijnde hoger beroepsprocedure betrekking heeft. Overigens is voor de bouw van de woning op het perceel de [locatie 4] een omgevingsvergunning verleend en is tussen partijen niet in geschil dat de aldaar aanwezige woning overeenkomstig die vergunning is gebouwd. In zoverre zou het college dus ook niet bevoegd zijn geweest om handhavend op te treden ten aanzien van de volgens [appellant] ten opzichte van het Masterplan en het bestemmingsplan afwijkende maatvoering van die woning.
Het betoog slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:2695