ABRvS 13 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4615 – Betoog van overtreder: ‘dwangsom is al eerder verbeurd’, maar last bepaalt dat per constatering wordt verbeurd, dus feit dat overtreding er misschien eerder al was, doet niet ter zake.

8.2.    De Afdeling stelt vast dat op 27 november 2019 aan [appellant] een last onder dwangsom is opgelegd die tot doel heeft om de bouwwerkzaamheden gestaakt te houden. Nog daargelaten hoe de e-mail van 21 november 2019 moet worden gekwalificeerd, is de Afdeling van oordeel dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de werkzaamheden die op 13 januari 2020 zijn geconstateerd werkzaamheden zijn die een overtreding van de last inhouden. De last is naar het oordeel van de Afdeling dan ook overtreden. Zelfs als zou moeten worden aangenomen dat de aannemer de in de e-mail van 21 november 2019 genoemde werkzaamheden, te weten herstelwerkzaamheden (waaronder ondersabelen), het stellen van profielen en het bouwen van een steiger nog wel mocht uitvoeren, dan moet worden vastgesteld dat de op 13 januari 2020 geconstateerde werkzaamheden niet allemaal onder die uitzonderingen vielen.

Voor zover [appellant] betoogt dat de last op een eerder moment is overtreden, namelijk op 5 en 6 december 2019 omdat toen is ondersabeld, volgt de Afdeling dit betoog niet. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1179, onder 8, dient aan een invorderingsbesluit een deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden ten grondslag te liggen. Dit brengt met zich dat de vaststelling of waarneming van feiten en omstandigheden die leiden tot verbeurte van een dwangsom dient te worden gedaan door een ter zake deskundige medewerker van het bevoegd gezag, door een ter zake deskundige persoon in opdracht van het bevoegd gezag of door een ter zake deskundige persoon wiens bevindingen het bevoegd gezag voor zijn rekening heeft genomen. Niet is gebleken dat op of kort na 5 en 6 december 2019 een constatering van een overtreding van de last is gedaan door een persoon als bedoeld in de hiervoor genoemde uitspraak. Omdat aan het invorderingsbesluit een rapport van de waarneming van 13 januari 2020 ten grondslag is gelegd dat is opgesteld door een ter zake deskundige medewerker van het bevoegd gezag, is de Afdeling van oordeel dat op 13 januari 2020 is geconstateerd dat de last is overtreden en dat pas op dat moment de dwangsom is verbeurd. De rechtbank is dan ook terecht tot dit oordeel gekomen.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:4615