ABRvS 13 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1998 – omvang handhavingsverzoek – verzoek om handhaving over dakopbouw ziet niet ook op de daaronder gelegen bijkeuken en toilet.

Omvang van het geding

5. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de bijkeuken en het toilet die in de garage zijn gebouwd buiten de omvang van het geding vallen. In het verzoek om handhaving is in algemene zin gesteld dat het niet meer gebruiken van de garage voor de stallingsfunctie in strijd is met het bestemmingsplan “’s-Gravenland”. Dat hij de bijkeuken en het toilet niet expliciet heeft genoemd zou er volgens [appellant] niet toe hebben mogen leiden dat dit niet werd meegenomen in het oordeel van de rechtbank.

5.1. Het handhavingsverzoek bevat de volgende passages:

“Op mijn verzoek d.d. 7 januari 2019 heb ik de volledige set tekeningen (eindelijk) via de mail ontvangen. Groot was mijn verbazing toen ik constateerde dat de opbouw aanzienlijk groter was geworden dan de opbouw in de [locatie 2], terwijl blijkens het rapport van de welzijnscommissie deze opbouw als referentie moest worden genomen.

Nog groter was mijn verbazing toen ik kennisnam van de binnenzijde van de dakopbouw. Er is geen doorbraak in de woning naar de opbouw op de eerste etage, maar deze dakopbouw is slechts te bereiken via een trap die in de garage wordt geplaatst. Uiteraard ben ik gelijk op zoek gegaan naar de aanvraag voor het onttrekken van de garage als stalling.

Hiervoor is voor zover ik kan nagaan geen omgevingsvergunning aangevraagd en verleend. De dakopbouw kan dus helemaal niet gebruikt worden en naar mijn mening dient u de bouw onmiddellijk te worden stilgelegd, aangezien het onttrekken van de garage in strijd is met het bestemmingsplan en het betreffende object gelegen aan de [locatie 1], de aanduiding ‘garage’ heeft.”

5.2. De Afdeling overweegt dat de reikwijdte van een handhavingsverzoek na het primaire besluit niet meer kan worden uitgebreid (vgl. bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 7 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:712). De inhoud van het verzoek is bepalend voor de omvang van het geding. Het handhavingsverzoek van [appellant] had betrekking op de bouw van de dakopbouw en in het bijzonder de trap. Uit het verzoek kan niet worden afgeleid dat het ook ging om een toilet en een bijkeuken. De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat deze elementen buiten de omvang van het geding vallen.

Het betoog slaagt niet.


https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@131996/202006706-1-r3/