ABRvS 13 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2265 – formele rechtskracht eerder sanctiebesluit dekt niet feiten en omstandigheden overtreding. Bij nieuw sanctiebesluit kunnen dit punt dus opnieuw ter discussie staan.

8. Het besluit tot intrekking van de erkenning is onder meer gebaseerd op het resultaat van de steekproefherkeuring van 20 november 2018 op het voertuig met kenteken […]. Deze steekproefherkeuring heeft geresulteerd in de weigering tot afgifte van een keuringsbewijs. Tegen de weigering tot afgifte van een keuringsbewijs staat op grond van artikel 90, eerste lid, van de Wvw 1994 bezwaar of administratief beroep bij de Dienst Wegverkeer open, waarbij de in de herkeuring geconstateerde gebreken, de kwalificatie daarvan en de toegekende strafpunten aan de orde kunnen worden gesteld. [appellant sub 2] heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De omstandigheid dat een besluit in rechte onaantastbaar is geworden, brengt echter niet met zich dat de feiten en omstandigheden die aan dit besluit ten grondslag liggen, in rechte zijn komen vast te staan. De Afdeling verwijst in dit verband naar de uitspraak van 2 mei 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1449, onder 6.3. De door de RDW genoemde uitspraak van 2 mei 2000, in zaak nr. 199901705/1 (AB 2000, 267) is in zoverre achterhaald. Dat [appellant sub 2] geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen de weigering tot afgifte van een keuringsbewijs, brengt dus niet met zich dat de bij de herkeuring geconstateerde gebreken, de kwalificatie daarvan en de toegekende strafpunten, die mede ten grondslag liggen aan de intrekking van de erkenning, in rechte zijn komen vast te staan. appellant sub 2] heeft ter zitting gesteld dat hij het steekproefcontrolerapport heeft ondertekend en heeft afgezien van het maken van bezwaar tegen de weigering tot afgifte van het keuringsbewijs, omdat hij het eens was met de constatering van de steekproefcontroleur dat hij de massa van het voertuig verkeerd had ingeschat en daardoor was uitgegaan van een onjuiste loadindex van de banden. De Afdeling kan [appellant sub 2] volgen in zijn betoog dat het voor hem op het moment van ondertekening van het steekproefcontrolerapport niet duidelijk kon zijn dat de geconstateerde gebreken aan de banden twee cusumstrafpunten zouden opleveren, omdat de cusumstrafpunten niet zijn vermeld op het steekproefcontrolerapport en zelfs de steekproefcontroleur [toezichthouder] meende dat daarvoor één cusumstrafpunt zou worden toegekend. Anders dan de RDW heeft gesteld zijn dus de cusumstrafpunten niet komen vast te staan en staan deze in deze procedure ter beoordeling.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@127103/202003017-1-a2