ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3837 – Verzoeker om handhaving weigert mee te werken aan geluidsonderzoek maar beroept zich op eigen onderzoek. College mocht terecht eigen onderzoek noodzakelijk achten en feit dat verzoeker weigert daaraan mee te werken komt voor zijn rekening.

1. Aan de Kokkeldreef 10 te Terneuzen is een supermarkt van Aldi gevestigd. Bovenop een gedeelte van de supermarkt zijn aanpandig woningen gerealiseerd, waaronder de woning van [appellant] aan de [locatie]. Bij brief van 2 februari 2020 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen Aldi, omdat hij geluidhinder ervaart van de supermarkt.

Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat specialistisch geluidsonderzoek uitgevoerd moet worden in de woning van [appellant]. Dit onderzoek zou plaatsvinden in de periode 24-31 augustus 2020. [appellant] heeft die afspraak op 20 augustus 2020 afgezegd. Op 24 augustus 2020 heeft de rechtbank het beroep van [appellant] tegen het niet tijdig beslissen gegrond verklaard en het college gelast om binnen twee weken een besluit te nemen op het handhavingsverzoek. Op 27 augustus 2020 heeft het college het handhavingsverzoek afgewezen, omdat het niet geconstateerd heeft dat sprake was van een overtreding.

Per brief van 27 januari 2021 heeft de voorzitter van de commissie bezwaarschriften [appellant] gevraagd of hij alsnog kon instemmen met een geluidsonderzoek in zijn woning. [appellant] heeft op 1 februari 2021 geweigerd zijn toestemming te geven en heeft daarbij gewezen op de onderzoeken die al beschikbaar waren.

[…]

3.2. In hoger beroep heeft [appellant] de memo overgelegd en daar een beroep op gedaan. De memo leidt niet tot de conclusie dat het college geen eigen onderzoek mocht uitvoeren of laten uitvoeren. Als het college het handhavingsverzoek van [appellant] toewijst, dan moet het een voor Aldi belastend besluit nemen. Het college moet daarvoor ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht de relevante feiten vaststellen en op grond daarvan bepalen of er een overtreding is. Een overtreding van geluidswaarden in een situatie als hier aan de orde is, vergt specialistisch onderzoek. Uitgangspunt daarvoor is dat het college zelf geluidmetingen uitvoert of laat uitvoeren. Omdat het onderzoek van Grob is uitgevoerd in opdracht van de verzoeker om handhaving, [appellant], en het gaat om een onbemand onderzoek, mocht het college in redelijkheid een eigen geluidonderzoek nodig achten. De rechtbank is dan ook terecht tot dat oordeel gekomen. Het betoog slaagt ook in zoverre niet.

3.3. Voor zover [appellant] betoogt dat hij wel toestemming heeft gegeven voor geluidmetingen, overweegt de Afdeling als volgt. Zoals in 3.3 en 3.4 van de uitspraak van de rechtbank uiteen is gezet, is een afspraak voor geluidmetingen op 20 augustus 2020 afgezegd door [appellant]. Daarna heeft de voorzitter van de commissie bezwaarschriften aan [appellant] in de bezwaarfase gevraagd of hij alsnog bereid was om mee te werken aan geluidmetingen. [appellant] heeft dit geweigerd. Omdat de bereidheid ontbrak op het moment van het besluit van 2 maart 2021 en het college eigen geluidmetingen in redelijkheid nodig kon achten, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de geluidswaarden uit tabel 2.17a van het Activiteitenbesluit niet van toepassing zijn gelet op artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder c, van het Activiteitenbesluit. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college geen overtreding heeft kunnen vaststellen en het verzoek om handhaving terecht heeft afgewezen.

Het betoog slaagt ook in zoverre niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:3837