ABRvS 18 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3751 – Last mag strekken tot verwijderen van woonvoorzieningen die illegaal gebruik mogelijk maken, ook al zijn die voorzieningen ook voor een legale bestemming bruikbaar.
Het beroep van Goed Vast Goed bij de rechtbank
7. De rechtbank is niet toegekomen aan een beoordeling van alle door Goed Vast Goed aangevoerde beroepsgronden. Daarom zal de Afdeling hierna alsnog de overige beroepsgronden beoordelen, waaraan de rechtbank niet is toegekomen.
8. Goed Vast Goed betoogt dat de opgelegde last te ruim is. Zij wijst erop dat de last betrekking heeft op iedere vorm van wonen, terwijl artikel 22.2, aanhef en onder c, van de planregels enkel bepaalt dat zelfstandige bewoning van bijgebouwen in strijd met het bestemmingsplan is. Volgens haar strekt de last om de bewoning van het bijgebouw te beëindigen en beëindigd te houden, verder dan nodig is om de overtreding van die bepaling te beëindigen. Volgens haar heeft het college om diezelfde reden ten onrechte gelast om alle woonvoorzieningen te verwijderen, terwijl het volstaat om één van de in de last vermelde voorzieningen te verwijderen om van de appartementen onzelfstandige woningen te maken en daarmee de zelfstandige bewoning van het bijgebouw te beëindigen. Bovendien zouden de afzonderlijke woonvoorzieningen volgens Goed Vast Goed ook voor een ander gebruik dan wonen gebruikt kunnen worden en had het college ook daarom kunnen volstaan met het gelasten van de verwijdering van slechts één van de gerealiseerde woonvoorzieningen.
8.1. Anders dan Goed Vast Goed veronderstelt, is het realiseren van twee onzelfstandige appartementen in het bijgebouw ook in strijd met het bestemmingsplan. Op het perceel zijn namelijk geen onzelfstandige woningen toegestaan. Het perceel heeft de bestemming “Detailhandel” met de functieaanduiding “wonen” en is op grond van artikel 6.1 van de planregels bestemd voor detailhandel en woningen. In artikel 1.62 van de planregels is een woning gedefinieerd als een complex van ruimten dat krachtens aard en indeling geschikt of bestemd is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Als de twee appartementen in het bijgebouw onzelfstandig ten opzichte van elkaar worden gemaakt, dan voldoen zij niet langer aan de definitie van “woning” en zijn zij daarom niet toegestaan. Het bijgebouw is dan geen woning omdat het geschikt is voor de huisvesting van twee huishoudens. De twee onzelfstandige appartementen kunnen evenmin worden aangemerkt als twee aparte woningen, omdat zij niet beschikken over eigen voorzieningen en daarom niet geschikt zijn voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 7 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3620, is een last die ziet op het beëindigen van de overtreding in beginsel niet te verstrekkend. Het doel van de last is het ongedaan maken van de verbouwing van het bijgebouw waarmee het met het bestemmingsplan strijdige gebruik als woningen mogelijk wordt gemaakt. Dit betekent dat het college in beginsel mag gelasten dat alle wijzigingen die op dat gebruik betrekking hebben, worden verwijderd. Dat de afzonderlijke woonvoorzieningen ook voor een ander gebruik dan wonen gebruikt zouden kunnen worden, maakt dan ook niet dat de opgelegde last om alle woonvoorzieningen te verwijderen, te ruim is.
Het betoog faalt.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@145739/202203002-1-r4/