ABRvS 20 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1136 – nieuwe evenredigheid, sluiting clubhuis Hells Angels voor onbepaalde tijd noodzakelijk, geschikt en evenwichtig.
Proportionaliteit, subsidiariteit en evenredigheid
5. CMC betoogt dat zij niet de dupe mag worden van de uitspraak van 29 mei 2019. De burgemeester had ook andere mogelijkheden kunnen gebruiken om op te treden tegen HAMC Holland/NW. CMC is bereid medewerking te verlenen aan de burgemeester om duidelijkheid te krijgen over het gebruik van het perceel. Dat zou meer recht doen aan de situatie, omdat CMC het terrein al sinds 1990 in gebruik heeft. De gevolgen van de sluiting zijn onevenredig in verhouding tot het doel van de sluiting. Er was geen spoedeisend belang om op te treden.
5.1. In overweging 7.10 van de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:285) heeft de Afdeling overwogen dat als de beroepsgronden daartoe aanleiding geven, de bestuursrechter de (uitkomst van de) belangenafweging die ten grondslag ligt aan besluiten zal toetsen aan de norm die is neergelegd in artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. De bestuursrechter zal daarbij niet langer het willekeurcriterium voorop stellen. De toetsing aan het evenredigheidsbeginsel is afhankelijk van een veelheid aan factoren en verschilt daarom van geval tot geval. Geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid spelen daarbij een rol, maar de toetsing daaraan zal niet in alle gevallen op dezelfde wijze (kunnen) plaatsvinden. Zo maakt het verschil of het gaat om een algemeen verbindend voorschrift, een ander besluit van algemene strekking of een beschikking en ook of het gaat om een belastend besluit, een begunstigend besluit of een besluit met een hybride karakter. De intensiteit van de toetsing aan het evenredigheidsbeginsel wordt bepaald door onder meer de aard en de mate van de beleidsruimte van het bestuursorgaan, de aard en het gewicht van de met het besluit te dienen doelen en de aard van de betrokken belangen en de mate waarin deze door het besluit worden geraakt. Naarmate die belangen zwaarder wegen, de nadelige gevolgen van het besluit ernstiger zijn of het besluit een grotere inbreuk maakt op fundamentele rechten, zal de toetsing intensiever zijn.
5.2. Gelet op de tekst van artikel 2:30b van de APV, kan de burgemeester een pand sluiten. De burgemeester heeft dus de ruimte om een belangenafweging te maken. In dit geval is de belangenafweging gelegen in bescherming van de openbare orde, tegenover het recht van CMC om gebruik te kunnen maken van het clubhuis. Daarbij is van belang dat sluiting een geschikte maatregel is om bescherming van de openbare orde te bereiken. De vraag is in dit geval met name of een sluiting voor onbepaalde tijd noodzakelijk was. De burgemeester heeft ter zitting toegelicht dat voor een sluiting voor onbepaalde tijd is gekozen, omdat er gevaar schuilt in het laten voortbestaan van de aanwezigheid van een organisatie met een cultuur die de openbare orde verstoort. Zo lang die situatie voortduurt, kan de burgemeester de sluiting ook niet opheffen. Dat betekent echter niet dat het pand daadwerkelijk permanent is gesloten. Als heel duidelijk is dat de openbare orde is hersteld, de Hells Angels op geen enkele manier meer aanwezig zijn en geen relatie meer bestaat tussen de Hells Angels en CMC, kan de burgemeester beslissen of de sluiting kan worden opgeheven. Om te bewerkstelligen dat aan deze voorwaarden is voldaan, is volgens de burgemeester een sluiting voor onbepaalde tijd nodig en kan niet voor een bepaalde, kortere sluitingsduur worden gekozen.
5.3. Vast staat dat het perceel werd gebruikt door HAMC NW, al dan niet onder de naam van CMC. Op het moment dat de burgemeester het besluit nam, zijn er geen incidenten waargenomen, maar was HAMC NW wel verboden door de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Er werd dus op dat moment gebruik gemaakt van het terrein door een verboden organisatie, die bekend staat om een gewelddadige cultuur die de openbare orde verstoort. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de vrees is gerechtvaardigd dat het voortdurend gebruik van het terrein en het clubhuis door HAMC NW, al dan niet onder de naam van CMC, gelet op haar cultuur, een ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde. De burgemeester mocht tot de conclusie komen dat het belang van de openbare orde op dat moment zwaarder woog dan het belang van CMC om gebruik te kunnen maken van het clubhuis.
5.4. De burgemeester heeft voldoende gemotiveerd waarom sluiting voor bepaalde tijd een maatregel is die ten tijde van het besluit onvoldoende was om de bescherming van de openbare orde te garanderen. De burgemeester moet er immers zeker van zijn dat de openbare orde is hersteld doordat vaststaat dat de Hells Angels niet meer terugkomen en er geen relatie bestaat tussen de Hells Angels en de CMC. Pas als aan deze voorwaarden is voldaan, kan hij beslissen dat de sluiting kan worden opgeheven. Op voorhand is niet duidelijk wanneer aan deze voorwaarden is voldaan en daarom kon de burgemeester tot het oordeel komen dat tijdelijke sluiting niet volstond. In dit verband wijst de Afdeling erop dat CMC kan verzoeken om opheffing van de sluiting. De burgemeester kan het sluitingsbevel namelijk intrekken als naar zijn oordeel voortzetting van de sluiting niet langer vereist is ter bescherming van de openbare orde. De burgemeester zal dan opnieuw moeten beoordelen of en zo ja, voor welke duur, sluiting van het clubhuis nog noodzakelijk is.
5.5. Het betoog slaagt niet.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@130770/202005754-1-a3