ABRvS 20 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3557 – geen gronden (meer) gericht tegen afwijzing handhavingsbesluit = geen procesbelang bij hoger beroep.
Hebben [appellant A] en anderen procesbelang?
5. Zoals de Afdeling eerder heeft geoordeeld in bijvoorbeeld de uitspraak van 28 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1145, hoeft de bestuursrechter een bij hem ingediend (hoger) beroep alleen inhoudelijk te beoordelen als dit van betekenis is voor de beslechting van het geschil over het voorliggende besluit. Daarbij geldt dat het doel dat de indiener voor ogen staat met het ingestelde rechtsmiddel moet kunnen worden bereikt en voor hem feitelijk van betekenis is. Met andere woorden, de indiener dient een actueel en reëel belang te hebben bij een inhoudelijke beoordeling van het (hoger) beroep.
5.1. [appellant A] en anderen hebben de verzoeken tot handhaving ingediend omdat zij van mening waren dat de RDW bij de verwerking van persoonsgegevens zich niet houdt aan de eisen die de AVG daaraan stelt. Uit het bezwaarschrift, het beroepschrift en uit het hogerberoepschrift blijkt dat zij willen dat de onrechtmatigheid van het handelen van de RDW wordt vastgesteld. De AP heeft echter aannemelijk gemaakt dat de RDW conform de AVG handelt en dat geen onrechtmatigheden zijn geconstateerd. [appellant A] en anderen hebben op dat punt geen inhoudelijke gronden naar voren gebracht. Bovendien hebben zij niet weersproken dat van hen geen onjuiste persoonsgegevens meer worden verwerkt. Daarom kunnen zij niet bereiken wat met het oorspronkelijke verzoek tot handhaving was beoogd. Los van de vraag of [appellant A] en anderen belanghebbend zijn bij de verzoeken tot handhaving, heeft de rechtbank daarom in ieder geval terecht geoordeeld dat zij geen belang hebben bij een inhoudelijk oordeel en dat de AP het bezwaar daarom terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
5.2. Het betoog slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:3557