ABRvS 21 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2749 – feit dat deskundige is ingeschakeld door BO, maakt hem niet ‘partijdig’ in de zin van het Korosec arrest van het EHRM. Appellant had voldoende gelegenheid om deskundige tegen te spraken. Geen reden voor rechter om eigen deskundige te benoemen. Geen strijd met art. 6 EVRM.

“4.       [appellant] betoogt verder dat de rechtbank ten onrechte geen aanleiding heeft gezien om een onafhankelijke medisch deskundige te benoemen. Hij voert aan dat de medische adviezen van Argonaut niet deugdelijk zijn en dat de door hem overgelegde stukken van zijn behandelaars tot dusverre dus niet goed onderzocht zijn. Volgens hem is Argonaut per definitie partijdig in de zin van het arrest van het EHRM van 8 oktober 2015, Korošec tegen Slovenië, ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212, omdat Argonaut als adviseur is ingeschakeld door de minister, die partij is in het geschil. Daarom is sprake van een oneerlijk proces en strijd met artikel 6 van het EVRM, aldus [appellant]. Hij verzoekt de Afdeling om alsnog een onafhankelijk medisch deskundige te benoemen.

4.1.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 30 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1674, onder 9.2, vloeit uit onder meer het arrest Korošec voort dat het de taak van de bestuursrechter is om zo nodig compensatie te bieden indien een partij niet in een gelijke positie verkeert ten opzichte van de wederpartij. In dit geval moet beoordeeld worden of, aangezien de medische adviezen van Argonaut op deugdelijke wijze tot stand zijn gekomen, [appellant] voldoende ruimte heeft gehad om deze adviezen te betwisten en of hij met een contra-expertise de inhoudelijke juistheid van deze adviezen heeft betwist of met andere stukken concrete aanknopingspunten heeft aangevoerd voor twijfel aan de inhoud daarvan.

Het enkele feit dat Argonaut advies heeft uitgebracht in opdracht van de minister, maakt – anders dan [appellant] betoogt – niet dat de rechtbank alleen al daarom een onafhankelijk medisch deskundige had moeten benoemen. [appellant] heeft immers voldoende ruimte gehad om de bevindingen van de artsen van Argonaut te betwisten. Hij heeft in bezwaar en beroep de gelegenheid gehad tegen de medische adviezen een contra-expertise in te brengen of ze te weerspreken met andere stukken. [appellant] heeft in beroep ook daadwerkelijk medische stukken ingebracht, waarop Argonaut is ingegaan. Het betoog dat sprake is van een oneerlijk proces en strijd met artikel 6 van het EVRM, faalt dan ook. De Afdeling ziet dan ook geen aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om een deskundige te benoemen met toepassing van artikel 8:47 van de Awb.”


https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2022:2749