ABRvS 22 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1762 – overtreder kiest zelf voor alternatieve oplossing last, maar overschrijdt begunstigingstermijn omdat oplossing niet tijdig is vergund. Geen BO.

4. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat wel sprake is van bijzondere omstandigheden als hiervoor bedoeld. Hij stelt dat het niet aan hem is te wijten dat de begunstigingtermijnen zijn overschreden. Hij was bereid aan de last te voldoen en heeft daarvoor ook alles in het werk gesteld, maar de gemeente heeft niet voortvarend meegewerkt. [appellant] wijst erop dat hij eind augustus 2018, een aantal weken na de uitspraak van de Afdeling van 4 juli 2018, een uitgewerkt plan aan het college heeft voorgelegd. Voor de uitvoering daarvan was een omgevingsvergunning nodig die door het lange talmen van het college pas op 13 mei 2019 is verleend. Verder heeft het college ten onrechte geen rekening gehouden met de gebrouilleerde relatie met een buurman en een aantal daarmee verband houdende, bedreigende incidenten, aldus [appellant].

4.1. Dit betoog faalt. Dat [appellant] bereid was om aan de last te voldoen, is op zichzelf bezien geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan het college niet mocht invorderen. Onweersproken is dat [appellant] de mogelijkheid had om binnen de begunstigingstermijn het pand aan te passen aan de verleende bouwvergunning. [appellant] heeft zelf voor een alternatieve oplossing gekozen waarbij een buitentrap wordt geplaatst. Daarvoor was een omgevingsvergunning nodig die op 12 februari 2019 is aangevraagd. Het feit dat het vooroverleg en de vergunningprocedure veel tijd in beslag hebben genomen, kan niet gelden als een bijzondere omstandigheid op grond waarvan het college was gehouden om van invordering af te zien. Verder heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de gebrouilleerde relatie met een buurman en de bedreigende incidenten evenmin dergelijke bijzondere omstandigheden opleveren.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@131685/202103438-1-r4/