ABRvS 24 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2000 – geluidsnormen Wgh nog steeds niet handhaafbaar – appellant moet maar zien te leren leven met geluidsoverlast Cargill in zijn woning.

Overtreding wegens strijd met de Wgh?

5.       [appellant] betoogt dat het college zich ten onrechte op het standpunt stelt dat geen sprake is van een overtreding. In dit kader voert hij aan dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting op de gevel van zijn woning en in zijn woning wordt overschreden door Cargill. Het college heeft volgens [appellant] niet inzichtelijk gemaakt dat op basis van het hogerewaardenbesluit, de Wgh of de zorgplichtbepalingen in deze wet niet handhavend kan worden opgetreden tegen Cargill.

5.1.    De Afdeling stelt voorop dat voor handhavend optreden een overtreding als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, van de Awb is vereist. Op grond van deze bepaling wordt onder overtreding verstaan een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. In dit geval is geen sprake van zo’n gedraging, omdat in de Wgh of in het op grond van de Wgh genomen hogerewaardenbesluit geen voorschrift staat waarmee in strijd wordt gehandeld.

De Afdeling overweegt daartoe dat het hogerewaardenbesluit niet is gericht aan Cargill of andere inrichtingen op het industrieterrein. Dit besluit roept voor hen geen verplichtingen in het leven. Het hogerewaardenbesluit is genomen met toepassing van (het toen geldende) artikel 72, tweede lid, van de Wgh, in het kader van een saneringsprogramma als bedoeld in (het toen geldende) artikel 71, tweede lid, van de Wgh. Zo’n programma heeft als doel om maatregelen te nemen om de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van woningen in de geluidzone van het industrieterrein te beperken tot maximaal 55 dB(A). De in het hogerewaardenbesluit vastgestelde ten hoogste toelaatbare waarde van 55 dB(A) op de gevel van de woning van [appellant] is geen grenswaarde waaraan de inrichtingen op het industrieterrein zich moeten houden, maar het doel waarop het saneringsprogramma zich richt. Voor zover deze waarde al wordt overschreden, kan in verband daarmee dus niet handhavend worden opgetreden.

Anders dan [appellant] veronderstelt, bevat de Wgh geen zorgplichtbepalingen of andere voorschriften die in dit geval een bevoegdheid zouden kunnen opleveren om handhavend op te treden. Voor zover [appellant] betoogt dat artikel 111b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wgh wordt overtreden omdat de geluidbelasting in zijn woning hoger is dan 35 dB(A), volgt de Afdeling hem daarin niet. Deze bepaling bevat geen grenswaarde waaraan Cargill of de andere inrichtingen op het industrieterrein zich moeten houden. Op grond van deze bepaling dient het college in bepaalde gevallen maatregelen te treffen met betrekking tot de geluidwering van gevels, om te bevorderen dat de geluidbelasting in de woning ten hoogste 35 dB(A) bedraagt. Voor zover deze waarde al wordt overschreden, levert dat dus geen grondslag op om handhavend op te treden tegen de inrichting die de geluidbelasting veroorzaakt.

Aangezien geen sprake is van een overtreding, was het college niet bevoegd om handhavend op te treden. Het college heeft het handhavingsverzoek daarom terecht afgewezen.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:2000