ABRvS 27 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:169 – feit dat overtreding vóór BIP is beëindigd geen reden om af te zien van oplegging LoD, omdat overtreder dat niet heeft gemeld bij BO.

8.       [appellant] betoogt verder dat de rechtbank en het college hebben miskend dat voor zover sprake was van een overtreding met betrekking tot de rookmelders, dit gebrek al was hersteld op het moment van het opleggen van de last onder dwangsom. [appellant] heeft een notitie overgelegd van Firstthings advies en begeleiding van 8 augustus 2019, waarin wordt verklaard dat bij een controle op 1 mei 2017 is geconstateerd dat het gebrek was hersteld.

8.1.    Het college heeft een overtreding geconstateerd op grond waarvan het bevoegd was tot handhaving. Het college heeft het pand voor het laatst geïnspecteerd op 6 april 2017. Op 21 april 2017 heeft het college zijn voornemen om de last onder dwangsom op te leggen aan [appellant] kenbaar gemaakt en hem in de gelegenheid gesteld hierop binnen 10 dagen te reageren door middel van een zienswijze. [appellant] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt en heeft ook na die periode van 10 dagen niet gereageerd. Er was derhalve voor het college ten tijde van het nemen van het besluit van 4 mei 2017 geen aanleiding om ervan uit te gaan dat het geconstateerde gebrek zou zijn hersteld.

Het betoog faalt.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@124166/201904440-1-r4/