ABRvS 27 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2177 – dwangsommen kunnen ook verbeuren zonder controles, maar dat moet dan wel aannemelijk worden gemaakt. Opnieuw horen overtreder bij het nemen van een herstelbesluit in beginsel niet nodig.

5.2.    De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen controles zijn uitgevoerd in de periode direct na het verstrijken van de begunstigingstermijn, waarin volgens het college de dwangsommen van rechtswege tot het maximum zijn verbeurd. Zoals de rechtbank daarover terecht heeft overwogen, betekent dit niet dat daardoor gedurende die periode per definitie geen dwangsommen kunnen zijn verbeurd. Voor het verbeuren van een dwangsom in die periode is wel vereist dat het college aannemelijk maakt dat de overtreding van de last in die periode voortduurde. Voorwaarde daarvoor is dat op grond van feiten en omstandigheden zoals die tijdens latere controles zijn geconstateerd aannemelijk is dat ten tijde van die controles niet aan de last werd voldaan en dat de periode waarin er geen controles hebben plaatsgevonden niet zodanig lang is dat niet kan worden uitgesloten dat de overtreding tussentijds beëindigd is geweest.

[…]

[appellant] heeft verder aangevoerd dat het college in strijd met artikel 7:9 van de Awb heeft gehandeld door [appellant] niet te horen voor het nieuwe besluit op bezwaar te nemen.

13.1.  Het is juist dat [appellant] niet in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord over de aanvullende informatie die het college voor het eerst aan het besluit ten grondslag heeft gelegd. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 3 februari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL1822), is in artikel 7:2, eerste lid, van de Awb geen algemene verplichting opgenomen tot het opnieuw horen bij het nemen van een nieuw besluit op bezwaar, ter voldoening aan een rechterlijke uitspraak waarbij het eerdere besluit op bezwaar is vernietigd. Dit neemt echter niet weg dat het onder omstandigheden uit een oogpunt van zorgvuldigheid noodzakelijk kan zijn om een belanghebbende vóór het nemen van een nieuw besluit op bezwaar opnieuw te horen. Zo’n situatie doet zich hier niet voor. Het overzicht van zorgdeclaraties, de informatie over de inschrijving bij de huisarts, die al in de beroepsprocedure bekend was, en het controlerapport van 27 september 2021 zijn niet meer dan een feitelijke ondersteuning van het door het college in het door het college in het besluit van 13 maart 2020 ingenomen standpunt dat [appellant] zijn hoofverblijf niet in [plaats] heeft en kan niet worden beschouwd als een nieuw feit als bedoeld in artikel 7:9 van de Awb, dat van aanmerkelijk belang is geweest voor het te nemen besluit op bezwaar.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@132247/202104907-1-r1/