ABRvS 28 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3461 – Bootlift om met boot te kunnen varen is niet noodzakelijk ivm medische situatie: er is geen medische noodzaak om te varen.
5. [verzoeker] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat sprake is van een uitzonderlijke medische situatie waardoor handhavend optreden onevenredig is. In hoger beroep verwijst [verzoeker] daarvoor naar een verklaring van de ergotherapeut van zijn echtgenote. Volgens hem is het zonder de bootlift onmogelijk voor zijn echtgenote om veilig in de boot te stappen. Verder is samen varen een van de weinige manieren waarop zij erop uit kan gaan en plezier kan beleven. Volgens [verzoeker] heeft de rechtbank niet gemotiveerd waarom de medische situatie van zijn echtgenote niet ernstig genoeg is om een uitzondering te kunnen maken op de regels.
5.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld in de uitspraak van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1337), kunnen medische omstandigheden alleen in zeer uitzonderlijke gevallen leiden tot het oordeel dat het college van handhavend optreden moet afzien.
Het staat vast dat de echtgenote van [verzoeker] een ernstige medische beperking heeft en dat de bootlift het voor haar makkelijker maakt om veilig in de boot te stappen. Maar, zoals het college heeft gemotiveerd, is de bootlift geen medisch noodzakelijke voorziening omdat er geen medische noodzaak is om te varen. Zo’n medische noodzaak kan ook niet worden afgeleid uit de verklaring van de ergotherapeut, waarin wordt geadviseerd over hoe de echtgenote veilig een boot kan betreden. De voorzieningenrechter begrijpt de wens van [verzoeker] en zijn echtgenote om boottochten te kunnen blijven maken vanuit hun huis. Maar, los van de vraag of de bootlift de enige manier is om veilig in de boot te stappen, is er geen verband tussen behoud van de bootlift en de medische situatie. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat hier geen sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het college had moeten afzien van handhavend optreden.
Het betoog slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:3461