ABRvS 28 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3998 – LoD tegen overtredingen glasverpakkingen blijft (nog steeds) achterwege, Stass krijgt toch nog 10 weken om alsnog besluit te nemen vanwege belangen en aankomend plan van aanpak.
3. Recycling Netwerk merkt in haar beroepschrift op dat de procedure sinds haar verzoek om handhaving al meer dan drie jaar duurt en dat de staatssecretaris haar vertrouwen in deze drie jaar talrijke malen zeer ernstig heeft beschaamd. Volgens Recycling Netwerk heeft de staatssecretaris termijnen verzaakt, inhoudelijk niet geleverd wat verwacht mocht worden en komt het tijdsverloop in deze kwestie voor rekening van de staatssecretaris.
Recycling Netwerk verzoekt de Afdeling om de staatssecretaris op te dragen om zeer spoedig na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar te nemen, en op grond van artikel 8:55d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) aan de uitspraak een hoge dwangsom te verbinden voor elke dag dat de staatssecretaris in gebreke blijft de uitspraak na te leven.
3.1. De staatssecretaris heeft in het verweerschrift gesteld dat hij gezien het nog lopende handhavingstraject tegen andere importeurs/producenten geen beslissing op het bezwaarschrift van Recycling Netwerk heeft genomen. Ter zitting heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat de staatssecretaris al wel heeft besloten op het bezwaar, gelet op de brief van 19 februari 2020 in samenhang met de al in andere procedures opgelegde lasten onder dwangsom.
3.2. Bij besluit van 19 februari 2020 heeft de staatssecretaris het besluit van 1 augustus 2019 ingetrokken, onder andere naar aanleiding van het daartegen door Recycling Netwerk gemaakte bezwaar. In dit besluit stelt de staatssecretaris dat nog een plan van aanpak zal worden opgesteld voor wat betreft de handhaving omtrent de glazen verpakkingen en dat dit plan vervolgens zal worden uitgevoerd. Daarna zal hij indien overtredingen worden geconstateerd, in beginsel handhavend optreden, aldus de staatssecretaris.
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 10 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4473) vloeit uit artikel 7:11 van de Awb voort dat indien het bestuursorgaan na heroverweging tot de conclusie komt dat het besluit waartegen het bezwaar is gericht, niet in stand kan blijven, het bestuursorgaan, behoudens in het (zich hier niet voordoende) geval waarin enkele herroeping van dat besluit voldoende is, voor het onjuist bevonden besluit een nieuw besluit in de plaats moet stellen. In dit geval heeft de staatssecretaris wat betreft het door Recycling Netwerk gemaakte bezwaar dat de staatssecretaris ten onrechte geen last onder dwangsom heeft opgelegd, slechts verwezen naar de toekomst. De Afdeling stelt, mede gelet op wat tijdens de zitting is besproken, vast dat de staatssecretaris nog geen volledig besluit op de grondslag van het bezwaar van Recycling Netwerk heeft genomen. Het besluit van 19 februari 2020 is dus in strijd met artikel 7:11 van de Awb.
Omdat de staatssecretaris geen adviescommissie in de zin van artikel 7:13 van de Awb heeft ingesteld, gold, op grond van artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, voor het te nemen besluit op bezwaar de gebruikelijke termijn van zes weken. Ingevolge dit artikellid had de staatssecretaris uiterlijk op 24 oktober 2019 volledig op de bezwaren van Recycling Netwerk moeten besluiten. Bij brief van 14 juni 2022 heeft Recycling Netwerk de staatssecretaris in gebreke gesteld.
Gelet op wat hiervoor is overwogen en in aanmerking genomen dat de staatssecretaris niet binnen twee weken nadat hij in gebreke is gesteld alsnog een besluit op bezwaar heeft genomen, is het beroep gegrond. Het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit op het bezwaar van Recycling Netwerk moet worden vernietigd.
4. De Afdeling dient op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb, in beginsel te bepalen dat binnen een termijn van twee weken alsnog moet worden besloten op het bezwaar. Artikel 8:55d, derde lid, van de Awb, biedt de Afdeling de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van deze termijn af te wijken. De Afdeling is van oordeel dat onderhavig geval een bijzonder geval is. Daartoe wordt overwogen dat, gelet op alle specifieke omstandigheden van het geval, onder meer rekening houdende met de van de staatssecretaris vereiste zorgvuldigheid bij het nemen van het besluit en de daarbij door hem af te wegen betrokken belangen, een termijn van twee weken voor het nemen van dit besluit in dit geval onvoldoende is. Daarbij neemt de Afdeling overigens in ogenschouw dat tijdens de zitting door de staatssecretaris een termijn van 8 weken is genoemd die nodig zou zijn om alsnog volledig te besluiten.
Gelet op het voorgaande en in het licht van de kerstvakantieperiode stelt de Afdeling, met toepassing van artikel 8:55d, derde lid, van de Awb, een termijn voor het alsnog nemen van een besluit, te weten uiterlijk 10 weken na de verzending van deze uitspraak. De Afdeling bepaalt verder met toepassing van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb dat de staatssecretaris een dwangsom aan Recycling Netwerk verbeurt voor iedere dag dat de staatssecretaris in gebreke blijft deze uitspraak na te leven. De Afdeling zal de hoogte van deze dwangsom vaststellen op € 100,00 per dag, met een maximum van € 15.000,00. De Afdeling gaat er daarbij vanuit dat van deze bedragen een afdoende prikkel uitgaat om deze uitspraak na te leven.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@134686/202204110-1-r4/