Vzr. ABRvS 29 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1506 – BO gemeenten in beginsel belanghebbende bij handhaving ten aanzien van kwesties die de ruimtelijke ordening en milieubeheer in de gemeente raken

4.4.    Een belang is aan een bestuursorgaan toevertrouwd als een wettelijk voorschrift aan dit bestuursorgaan een bevoegdheid tot behartiging van dit belang toekent. In onder meer de Wet ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer zijn aan de raad en het college bevoegdheden toegekend op het gebied van de ruimtelijke ordening en het milieubeheer. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter brengt dit met zich mee dat de raad en de gemeente in het algemeen belanghebbende zijn waar het gaat om kwesties die de ruimtelijke ordening en het milieubeheer binnen het grondgebied van hun gemeente raken. De minister en de staatssecretaris hebben dit ook niet ontkend. Volgens hen is het belang van de raad en de gemeente echter niet rechtstreeks betrokken bij het enkele feit dat granuliet mag worden geproduceerd en op de markt mag worden gebracht.

De voorzieningenrechter acht dit laatste standpunt van de minister en de staatssecretaris op zichzelf juist. Dit betekent echter nog niet dat de raad en het college niet de mogelijkheid hebben om, ingeval van toepassing van gecertificeerd materiaal in hun gemeente, bij vermeende overtreding van artikel 16 en/of artikel 18 van het Bbk een verzoek in te dienen om handhavend op te treden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moeten de raad en het college in het licht hiervan als belanghebbenden worden beschouwd. Dit geldt evenzeer voor de gemeente als rechtspersoon. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de gemeente weliswaar nog geen eigenaar is van het terrein, maar dat, naar moet worden aangenomen, op grond van een gesloten overeenkomst wel binnen afzienbare termijn zal worden. Verder moet het ervoor worden gehouden dat de gemeente al wel eigenaar is van gronden in de omgeving.

Gelet op het voorgaande gaat de voorzieningenrechter er voor deze procedure van uit dat zowel de raad en het college, als de gemeente als rechtspersoon, belanghebbend bij het voorliggende verzoek zijn, ook voor zover het betrekking heeft op de artikelen 16 en 18 van het Bbk.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@121567/202002823-1-r1/