ABRvS 3 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1396 – belangenafweging bij handhaving: timmerbedrijf vestigen in plaats van groothandel in veiligheidsschoenen = overtreding. Grote financiële investering is geen reden om niet HH op te treden: “Die keuze komt voor haar eigen bedrijfsrisico.”
Evenredigheid van handhaving
7. HorseStables betoogt tot slot dat het college had moeten afzien van handhavend optreden, omdat dergelijk optreden onevenredig is. Volgens haar veroorzaakt het timmerbedrijf geen hinder en heeft het een betere ruimtelijke uitstraling dan de groothandel in veiligheidsschoenen die wel is toegestaan. Ook wijst zij er op dat zij veel geld heeft geïnvesteerd in het timmerbedrijf en dat het grote gevolgen heeft als zij dat bedrijf op het perceel zal moeten beëindigen.
7.1. De mate van hinder als gevolg van de timmeractiviteiten al dan niet in combinatie met de ruimtelijke uitstraling is op zichzelf niet doorslaggevend voor de vraag of handhaving onevenredig is. De last onder dwangsom strekt ertoe dat HorseStables zich aan het bestemmingsplan moet houden. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het belang bij handhaving van het bestemmingsplan een zwaarwegend belang is. Dat HorseStables van mening is dat haar timmerbedrijf een betere ruimtelijke uitstraling heeft dan de groothandel in veiligheidsschoenen die op grond van het bestemmingsplan als nevenactiviteit zou zijn toegestaan, maakt niet dat de overtreding van het bestemmingsplan klein is. Dit geldt nog meer, omdat het timmerbedrijf ten tijde van het opleggen van de last onder dwangsom niet een nevenactiviteit, maar de belangrijkste activiteit op het perceel was. De Afdeling begrijpt dat HorseStables grote financiële investeringen heeft gedaan om het timmerbedrijf op het perceel te vestigen. Maar HorseStables heeft er zelf voor gekozen om het perceel al te gaan gebruiken voor timmeractiviteiten zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning, anders dan tijdelijk, was verleend of het bestemmingsplan was herzien. Die keuze komt voor haar eigen bedrijfsrisico. Zij onderscheidt zich in zoverre ook niet van andere bedrijven die activiteiten verrichten die in strijd zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft daarom terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat handhavend optreden in dit geval onevenredig is.
Het betoog slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:1396