ABRvS 3 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2720 – Ontwikkelaar woningen waarvan bouw is stilgelegd, heeft rechtstreeks belang los van de grondeigenaar en de bouwer omdat zij “niet tijdig kon beginnen met de verkoop van de woningen en de exploitatie van het recreatiepark”.
Rechtstreeks belang Heihorsten
4. Heihorsten en anderen betogen onder andere dat de rechtbank heeft miskend dat Heihorsten een rechtstreeks belang heeft bij het handhavingsbesluit. Hiertoe voeren zij aan dat de rechtbank enkel heeft overwogen dat de omstandigheid dat Heihorsten verschillende vergunningen heeft aangevraagd niet maakt dat zij een rechtstreeks belang heeft, zonder hierbij naar de andere omstandigheden te kijken. Volgens Heihorsten en anderen was de rol van Heihorsten bij het gehele project veel omvangrijker. Heihorsten was de initiatiefnemer, ontwikkelaar en houder van alle relevante vergunningen, verkoper van de te bouwen woningen en de latere exploitant van het recreatiepark. De stillegging van de werkzaamheden ten behoeve van het project raakt rechtstreeks haar belang en dat belang vloeit niet alleen voort uit een contractuele relatie. De opgelegde last heeft voor Heihorsten het directe gevolg dat de in haar opdracht uit te voeren bouw- en aanlegwerkzaamheden niet conform de planning en de aan haar verleende omgevingsvergunning konden worden voortgezet. Dat heeft geleid tot vertraging in de realisatie en verkoop van de woningen en heeft directe financiële schade tot gevolg, die uitsluitend voor haar rekening komt. Heihorsten en anderen verwijzen naar twee uitspraken van de Afdeling van 17 februari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:326 en ECLI:NL:RVS:2021:289). Uit deze uitspraken blijkt volgens hen dat een vennootschap die niet is aangeschreven maar wel betrokken is bij de exploitatie belanghebbende kan zijn bij een opgelegde last onder dwangsom. Daarnaast verwijzen zij naar een uitspraak van de Afdeling van 21 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1589).
4.1. In artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In artikel 8:1 van de Awb is bepaald dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
4.2. Bij een uitsluitend van een andere betrokkene afgeleid belang wordt niet voldaan aan de eis dat een belang rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit. Het enkele feit dat sprake is van een contractuele relatie tussen degene tot wie een besluit is gericht en een derde, betekent niet dat het belang van die derde bij dat besluit alleen al daarom een afgeleid belang is. Onderzocht moet worden of die derde los van die contractuele relatie ook een zelfstandig eigen belang heeft bij dat besluit.
4.3. Ten tijde van het handhavingsbesluit was Heihorsten de ontwikkelaar van het recreatieparkproject en de houder van de omgevingsvergunning voor de bouw van 100 recreatiewoningen.
4.4. De Afdeling komt, anders dan de rechtbank, tot het oordeel dat Heihorsten in haar hoedanigheid van initiatiefnemer, ontwikkelaar, vergunninghouder in wier opdracht de werkzaamheden mede plaatsvonden, verkoper van de te bouwen woningen en toekomstig exploitant van het recreatiepark wordt geraakt in een zelfstandig belang. Vast staat dat het handhavingsbesluit het recreatieparkproject heeft stilgelegd. Het is aannemelijk dat dit directe gevolgen had voor de bestaande bedrijfsvoering van Heihorsten, bijvoorbeeld voor de planning van haar werkzaamheden, de inzet van personeel en opdrachtnemers en het opvangen van de financiële gevolgen van de vertraging in de uitvoering van het project.
Ter zitting hebben Heihorsten en anderen in dit kader gewezen op de vertraging die de ontwikkeling van het park heeft opgelopen en de extra kosten die Heihorsten heeft moeten maken als gevolg van het handhavingsbesluit. Het niet kunnen voortzetten van de werkzaamheden als gevolg van de stillegging en de last tot het beëindigd houden van de werkzaamheden heeft tot gevolg gehad dat het project, waar Heihorsten de initiatiefnemer van was, niet volgens de planning kon worden uitgevoerd en dat Heihorsten niet tijdig kon beginnen met de verkoop van de woningen en de exploitatie van het recreatiepark. Deze gevolgen vloeien naar het oordeel van de Afdeling niet enkel voort uit de contractuele relatie tussen Heihorsten en de andere bv’s. Heihorsten wordt door het handhavingsbesluit geraakt in een zelfstandig belang en heeft daarom een rechtstreeks belang bij dat besluit, zodat zij als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb kan worden aangemerkt.
Het betoog slaagt.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:2720