ABRvS 3 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1311 – last hoeft niet uitputtende lijst verboden activiteiten te bevatten

Ook het betoog dat de rechtbank heeft miskend dat de last onduidelijk is en daarom in strijd is met de rechtszekerheid, slaagt niet. Het college heeft de last, voor zover die ziet op het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, nader geconcretiseerd door in de last, na de woorden ‘meer concreet’ te benoemen welke activiteiten op het perceel en in de opstallen aldaar moeten worden beëindigd, teneinde aan de last te voldoen. Die opsomming is niet onduidelijk. Anders dan H.O.G. B.V. en anderen lijken te betogen, is het voor de vereiste duidelijkheid geen voorwaarde dat het college in de last een uitputtende lijst van verboden activiteiten had moeten opnemen, dan wel meer uitleg had moeten geven dan het reeds in het besluit heeft gedaan over de (bulk)goederen, materialen, hulpmiddelen en voertuigen, die in de last worden genoemd.

De conclusie is dat de rechtbank in het aangevoerde terecht geen grond heeft gevonden voor vernietiging van het besluit.

Het betoog faalt.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@121190/201903775-1-r2/