ABRvS 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1390 – toetsingskader toepassen spoedeisende bestuursdwang bij (dreigende) instorting van gebouwen.

12.4.  In de door [appellanten] vermelde uitspraken van de Afdeling van 18 maart 2015 en 2 november 2016 ging het om de vraag of het bestuursorgaan bevoegd was een last onder bestuursdwang op te leggen vanwege een overtreding van het Bouwbesluit 2012. Deze last, en de beoordeling van de vraag of het college die last mocht opleggen en zich daarbij mocht baseren op de onderzoeksrapportage, komt hierna onder overweging 18 aan de orde. De Afdeling zal daar bespreken wat [appellanten] hierover aanvoeren.

Het gaat hier nu om de vraag of het college bevoegd was spoedeisende bestuursdwang toe te passen. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1058, dient in dat geval beoordeeld te worden of het college, gelet op de ten tijde van de besluitvorming op 30 november 2017 bij hem bestaande kennis en ter beschikking staande gegevens, in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat de staat van het pand zodanig was dat het, met het oog op de veiligheid van personen, aangewezen was om met toepassing van spoedeisende bestuursdwang tot onmiddellijke ontruiming van de verdieping van het pand en afsluiting van een gedeelte van de openbare weg over te gaan.

12.5.  In de onderzoeksrapportage, die aan de beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen ten grondslag is gelegd en waarvan de conclusies hiervoor onder 6 zijn weergegeven, zijn de gebreken aan het pand voldoende omschreven en met foto’s gestaafd. Uit de gegevens die het college op 30 november 2017 ter beschikking stonden, kon het in redelijkheid afleiden dat op dat moment een reëel gevaar bestond dat de oostgevel zou bezwijken. Onder de gegeven omstandigheden kon van het college, gelet op de daarmee gemoeide tijd, niet worden gevergd dat het eerst nog de staat van de fundering zou bepalen aan de hand van de in artikel 2.8, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 bedoelde NEN 8700. Met de in de onderzoeksrapportage gegeven omschrijving van de geconstateerde gebreken, die is ondersteund met daarvan gemaakte foto’s, is voldoende aannemelijk dat sprake is van een met artikel 2.6, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 strijdige situatie, en daarmee van een met artikel 1b, tweede lid, van de Woningwet strijdige situatie. Artikel 5.17 van de Wabo bood het college de mogelijkheid om, vanwege het daardoor aanwezige gevaar voor de veiligheid, tot onmiddellijke ontruiming van het pand en gedeeltelijke afsluiting van de openbare weg over te gaan.

12.6.  De Afdeling is daarom met de rechtbank van oordeel dat het college bevoegd was om spoedeisende bestuursdwang toe te passen. Het betoog slaagt niet.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@125853/201908139-1-r3/