ABRvS 31 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3097 – Tea for two balkons. Beroep op evenredigheidsbeginsel slaagt. Wel vergunde balkons wijken beperkt als van gerealiseerde balkons. Handhaving onevenredig.

Bijzondere omstandigheden

5.       Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal bij een overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Alleen onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevraagd dit niet te doen. Dit kan zich voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat. Verder kan handhavend optreden onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen, zodat van optreden in die concrete situatie moet worden afgezien.

6.       [appellant] en anderen voeren aan dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat handhaving niet zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen doelen dat van handhavend optreden had moeten worden afgezien. Zij voeren hiertoe aan dat de gemeente ten tijde van het aanbrengen van de Tea for Two-balkons van mening was dat hiervoor geen vergunning noodzakelijk was. Daarnaast stellen zij dat zij zich niet bewust waren en ook niet hoefden te zijn van het feit dat nadien een vergunning verplicht werd voor het aanbrengen van deze balkons, omdat tegen de balkons gedurende 25 jaar niet werd opgetreden.

Verder voeren [appellant] en anderen aan dat er sprake is van een geringe overtreding. Zij wijzen erop dat de Tea for Two-balkons slechts 20 cm tot 46 cm dieper zijn dan de vergunde Franse balkons. In dit verband voeren zij verder aan dat de welstandscommissie ten onrechte overweegt dat de Tea for Two-balkons niet zouden passen bij de karakteristiek van deze panden. [appellant] en anderen wijzen erop dat de vergunde Franse balkons wel zijn toegestaan, terwijl het vooraanzicht van de panden bij beide balkons niet van elkaar verschilt. Zij betogen dat zowel bij de vergunde Franse balkons als bij de aangebrachte Tea for Two-balkons de oorspronkelijke situatie duidelijk herkenbaar is en dat er sprake is van een symmetrische compositie. Het opleggen van de dwangsommen was volgens hen daarom onevenredig in verhouding tot het daarmee te dienen doel. Ook stellen zij dat het Tea for Two balkon voor vrijwel alle bewoners de enige buitenruimte is, terwijl het door een wijziging van het beleid niet meer mogelijk is om een omgevingsvergunning voor de Tea for Two-balkons aan te vragen. Het verwijderen van de balkons heeft een vergaande invloed op het woon- en leefmilieu van de appartementen en daarmee van de waarde ervan, zo stellen [appellant] en anderen. De rechtbank heeft deze omstandigheden volgens hen onvoldoende meegewogen.

6.1.    Hoewel het algemeen belang dat tegen overtredingen handhavend wordt opgetreden zeer zwaarwegend is, is de Afdeling is, anders dan in haar uitspraak van 1 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2560, gelet op de hierna te bespreken omstandigheden en belangen, van oordeel dat in dit concrete geval, handhavend optreden met betrekking tot de Tea for Two-balkons onevenredig is. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

De Afdeling betrekt in haar oordeel de volgende omstandigheden en weegt al deze omstandigheden samen genomen mee in het kader van de evenredigheid.

Het college heeft gesteld met het opleggen van de lasten te willen bereiken dat het te beschermen vooraanzicht van de historische panden wordt hersteld. Dan gaat het om het herstellen van de vlakke gevelwanden en het niet visueel doorkruisen van de zogenoemde hijszone van het gebouw, een voormalig pakhuis. In dat verband heeft het college op de zitting opgemerkt dat het in beginsel bij Orde 2 panden uit stedenbouwkundig oogpunt helemaal niets aan de gevel wil toestaan. [appellant] en anderen wijzen er echter terecht op dat het vooraanzicht van de panden op vergelijkbare wijze verandert bij het realiseren van de Franse balkons, die wel zijn toegestaan bij de op 22 september 1995 verleende omgevingsvergunning. Weliswaar zijn de gevelwanden minder vlak door het iets verder uitsteken van de Tea for Two-balkons in vergelijking met de Franse balkons, maar vaststaat dat de vlakke gevelwanden ook met de vergunde Franse balkons niet worden behouden. Bovendien zou de hijszone van het gebouw door de vergunde Franse balkons op een vrijwel identieke wijze visueel worden doorkruist. Niet is gebleken dat het negatieve welstandsadvies van de commissie ruimtelijke kwaliteit, waar het college zich op beroept, dit voldoende onderkent. Het college heeft op de zitting bevestigd dat op grond van de verleende omgevingsvergunning de Franse balkons nog steeds kunnen worden aangebracht. In zoverre kan het college met het opleggen van de lasten het nagestreefde doel, namelijk het herstel van het te beschermen vooraanzicht van de historische panden, niet bereiken.

Zoals de Afdeling in overweging 4.1 van deze uitspraak heeft vastgesteld, steken de gerealiseerde Tea for Two-balkons aan de bovenzijde gemeten ongeveer 70 cm uit en 50 cm aan de onderzijde. De vergunde Franse balkons mogen 30 cm vanaf de gevel uitsteken. De grondoppervlakte van de Tea for Two-balkons overschrijdt de toegestane balkondiepte met slechts 20 cm. Dat verschil is te gering om aan te nemen dat de Tea for Two-balkons het belang van het historische vooraanzicht in grotere mate zou schenden dan de vergunde Franse balkons.

Daarnaast gaat het om balkons die eind jaren ’90 zijn aangebracht door de toenmalige eigenaren en die allemaal hetzelfde zijn uitgevoerd. In de meer dan twintig jaar dat deze Tea for Two-balkons aanwezig zijn, zijn er geen klachten over ingediend. Het is daarom niet aannemelijk geworden dat de belangen van derden worden geschaad door de aanwezigheid van deze balkons. Het college heeft niet handhavend opgetreden tegen de Tea for Two-balkons gedurende deze lange periode. Het college heeft hierover op de zitting opgemerkt dat het geen actief handhavingsbeleid voert en handhaving in dit geval ad hoc heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een andere handhavingszaak. Het college heeft geen andere belangen naar voren gebracht. Daar staat tegenover dat verwijdering van de balkons ten koste zou gaan van het woongenot van [appellant] en anderen.

Alle voornoemde omstandigheden samen genomen leiden tot het oordeel dat handhavend optreden met betrekking tot de Tea for Two-balkons in dit geval onevenredig is en dat daarvan had behoren te worden afgezien.

Het betoog slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:3097