ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2104 – Gebruik anonieme meldingen over misstanden bij afweging of (en hoe) er handhavend wordt opgetreden toegestaan. Stripper op kinderdagverblijf laten optreden is toch geen goed idee.
Anonieme meldingen
6. [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college de anonieme meldingen mede ten grondslag heeft kunnen leggen aan de conclusie dat het geven van een schriftelijke aanwijzing noodzakelijk was. Volgens [appellanten] is de rechtbank eraan voorbij gegaan dat deze meldingen feitelijk onjuist zijn, slechts van een handvol personen afkomstig zijn en uit rancune zijn gedaan.
6.1. Het college heeft bij het besluit van 2 juli 2018 16 meldingen, waarvan 5 anonieme meldingen, betrokken. In de rapporten van de onderzoeken die de toezichthouders op 12 juni 2018 op de verschillende locaties van [kinderdagverblijf] hebben uitgevoerd hebben de toezichthouders over deze meldingen het volgende gesteld.
“- De verhalen van de verschillende melders komen in grote lijnen overeen, ondanks dat enkele van de melders geen direct contact met elkaar hebben gehad voordat zij hun verhaal deden.
– Er komt uit het onderzoek niet naar boven dat de melders persoonlijk voordeel hebben bij het doen van een melding.
– Er is geen informatie bekend geworden waaruit geconcludeerd moet worden dat de verhalen van de melders leugenachtig of op andere wijze ongeloofwaardig zijn.
– Veel van de informatie die de melders hebben verstrekt sluit aan bij de bevindingen van de toezichthouders tijdens eerdere en huidige onderzoeken.”
[appellanten] hebben niet met stukken of anderszins aannemelijk gemaakt dat de meldingen feitelijk onjuist zijn. Met de enkele betwisting van passages uit enkele meldingen hebben zij geen feiten aangevoerd op grond waarvan geoordeeld moet worden dat de meldingen niet juist kunnen zijn. Deze enkele betwisting maakt de overige meldingen bovendien niet onjuist. Verder hebben [appellanten] niet aannemelijk gemaakt dat de anonieme meldingen uit rancune zijn gedaan. De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat het college de anonieme meldingen mede aan de aanwijzing ten grondslag heeft kunnen leggen.
Het betoog faalt.
[…]
9.3. Wat betreft het betoog van [appellanten] dat er op neerkomt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college in de belangenafweging heeft kunnen meewegen dat sprake is geweest van een “striptease incident” op een locatie van [kinderdagverblijf], overweegt de Afdeling als volgt. De Afdeling stelt vast dat het college de aanwijzing van 2 juli 2018 niet op het zogenoemde “striptease incident” heeft gebaseerd, dat dit incident aanleiding is geweest voor een separate aanwijzing die in deze procedure niet ter beoordeling voorligt, dat het college zich op het standpunt stelt dat het aanwijzingsbesluit van 2 juli 2018 ook zou zijn genomen zonder dit incident, en dat het college in het besluit op bezwaar – onder het kopje “belangenafweging/proportionaliteit” -, voor zover hier van belang, gereageerd heeft op het betoog van [appellanten] in bezwaar over dit incident. De rechtbank heeft over deze reactie overwogen dat zij het college kan volgen in het standpunt dat, los van de omstandigheid dat deze striptease plaatsvond buiten het zicht van de aanwezige kinderen, dit niet afdoet aan het feit dat dergelijke activiteiten niet thuishoren in een kinderdagverblijf en zeker niet met goedkeuring van de houder. In wat [appellanten] daarover in hoger beroep hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de rechtbank ten onrechte tot dit oordeel is gekomen.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@137551/202100639-1-a2/