ABRvS 7 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:734 – eigenaar aangrenzend perceel in beginsel belanghebbende bij verzoek om handhaving.
4. Ter zitting heeft het college meegedeeld dat het maar de vraag is of [appellant] in zijn belang wordt geraakt door de gestelde overtredingen op het perceel. Voor zover het college daarmee bedoelt dat [appellant] geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2 van de Awb, en zijn bezwaar tegen de beslissing op zijn handhavingsverzoeken niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard, overweegt de Afdeling als volgt.
In artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In artikel 8:1 van de Awb is bepaald dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen wordt belanghebbendheid bij besluiten krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in beginsel aangenomen bij bewoners van een perceel dat grenst aan het perceel waarover het betrokken besluit gaat. Verder wordt er bij dergelijke percelen van uitgegaan dat feitelijke gevolgen, indien die zich voordoen, in beginsel van enige betekenis zijn. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 15 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1671. Het perceel van [appellant] grenst aan het perceel van [partij]. Het is aannemelijk dat hij feitelijke gevolgen van enige betekenis ondervindt van de activiteiten op dat perceel, zoals uitzicht op opgeslagen voorwerpen en de houtwal die volgens hem is aangetast en geluidhinder van het agrarisch verkeer op de geëgaliseerde en verharde gronden. Dit betekent dat [appellant] belanghebbende is bij de beslissing op zijn handhavingsverzoeken en de Afdeling het beroep inhoudelijk behandelt.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@124960/202002129-1-r4