ABRvS 9 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1200 – Reikwijdte machtiging tot binnentreden: zijn toezichthouders hun boekje te buiten gegaan? (Nee).
Machtiging tot binnentreden
4. Op 29 maart 2018 waren de toezichthouders in het bezit van een machtiging tot binnentreding van de woningen [locatie 1] en [locatie 2]. Daarin staat dat deze op 28 maart 2018 is afgegeven en vanaf die dag en de drie daarop volgende dagen van kracht is. Verder staat in de machtiging dat deze is afgegeven om toezicht uit te oefenen op naleving van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) en het Bouwbesluit 2012 gegeven voorschriften en dat het vanwege de brandveiligheid en illegaal hotelgebruik nodig is om de woning binnen te treden. Tussen partijen is niet in geschil dat de toezichthouders deze machtiging op 29 maart 2018 aan [appellant] hebben overhandigd.
4.1. [appellant] wijst erop dat in de machtiging niet staat vermeld dat de toezichthouders mogen binnentreden om toezicht uit te oefenen op naleving van de Huisvestingswet. De toezichthouders hebben volgens hem daarom misbruik van hun bevoegdheid gemaakt, omdat zij doelbewust op overtredingen van de Huisvestingswet gingen controleren en niet per toeval een overtreding van de Huisvestingswet hebben ontdekt. Het door de toezichthouders verkregen bewijsmateriaal is daarom onrechtmatig verkregen. Het college mag dat niet aan de boete ten grondslag leggen, aldus [appellant].
4.2. De toezichthouders zijn het pand met de machtiging rechtmatig binnengetreden. Zij hebben daarbij gecontroleerd op naleving van de Wabo en het Bouwbesluit 2012, wat blijkt uit de aanwezigheid van de brandweer bij deze controle en de rechtmatige sluiting van het pand vanwege het ontbreken van een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik. Anders dan [appellant] betoogt, hebben de toezichthouders de machtiging dus niet voor een ander doel gebruikt dan waarvoor deze was afgegeven. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat indien de toezichthouders bij die controle op basis van de Wabo en het Bouwbesluit 2012 rechtmatig de woning zijn binnengetreden en daarbij andere feiten constateren die in strijd zijn met de wet, waaronder de Huisvestingswet, die informatie dan rechtmatig verkregen is. Het college heeft het door de toezichthouders opgestelde rapport van bevindingen daarom aan zijn besluitvorming ten grondslag mogen leggen.
4.3. Dat het college tijdens de hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie nog een tweede ongedateerde machtiging heeft overgelegd die specifiek ziet op het binnentreden op grond van de Huisvestingswet en dat [appellant] die machtiging niet eerder heeft gezien, neemt niet weg dat de toezichthouders op basis van de machtiging van 28 maart 2018 het pand rechtmatig zijn binnengetreden en daarbij ook de overtredingen van de Huisvestingswet hebben mogen vaststellen. Anders dan [appellant] betoogt, is hij niet in zijn belangen geschaad en beschikte hij over dezelfde informatiepositie als het college. Hoewel het college de ongedateerde machtiging pas zeven maanden na de controle van het pand tijdens de hoorzitting heeft overgelegd, is die machtiging immers niet gebruikt en is deze ook niet aan de besluitvorming ten grondslag gelegd.
Het betoog faalt.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@125613/202002666-1-a3/