ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3217 – Boete van €1.250,- gematigd wegens draagkracht: appellant ontvangt maar €65,- leefgeld per week. Boete gematigd met 75%

“Boete

4.7.    De minister heeft bij het opleggen van de boete rekening gehouden met de omstandigheid dat [appellant] geen enkele examenpoging heeft gedaan en geen opleiding binnen de originele inburgeringsperiode heeft gevolgd. In overeenstemming met de Beleidsregel boetevaststelling inburgering heeft de minister de maximale boete van € 1.250,00 opgelegd. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 8 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1606, onder 3.3, waaruit volgt dat de Afdeling dit beleid van de minister in beginsel niet onredelijk acht. De rechtbank heeft verder terecht geen aanleiding gezien om de boete te matigen gelet op de korte periode van dakloosheid en detentie, omdat dit geen verklaring is voor de omstandigheid dat [appellant] in de originele inburgeringsperiode geen enkele examenpoging heeft ondernomen en geen opleiding binnen de originele inburgeringsperiode heeft gevolgd. In de in hoger beroep overgelegde financiële gegevens ziet de Afdeling echter wel aanleiding om de boete te matigen, omdat [appellant] door de hoogte van de boete onevenredig wordt getroffen. Uit de gegevens van zijn bewindvoerder volgt dat [appellant] een bijstandsuitkering ontvangt van € 1.024,76 netto per maand waarvan ten behoeve van het CAK bronheffing wordt ingehouden in verband met premieachterstanden bij de zorgverzekeraar. [appellant] ontvangt € 65,00 leefgeld per week. De Afdeling ziet, gelet op de financiële situatie, aanleiding de boete te matigen met 75% en vast te stellen op een bedrag van € 312,50.

Het betoog slaagt in zoverre.”

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@133666/202106811-1-v6/