Artikel 5:38 Awb

  • laatst geupdate 09-03-2020

1. Indien uit een beschikking tot intrekking of wijziging van de last onder dwangsom voortvloeit dat een reeds gegeven beschikking tot invordering van die dwangsom niet in stand kan blijven, vervalt die beschikking.

2. Het bestuursorgaan kan een nieuwe beschikking tot invordering geven die in overeenstemming is met de gewijzigde last onder dwangsom.

Het kan voor komen dat het bestuursorgaan een last onder dwangsom wijzigt of intrekt. Artikel 5:38 Awb bepaalt dat in zo’n geval een reeds genomen invorderingsbeschikking vervalt indien uit de intrekking of wijziging volgt dat de dwangsombeschikking niet in stand kan blijven.

In lid 2 is verder bepaald dat het bestuursorgaan vervolgens wel een nieuwe invorderingsbeschikking kan geven die in overeenstemming is met de gewijzigde last.

1. Werking artikel 5:38 Awb nader toegelicht

Artikel 5:38 Awb betekent niet dat iedere wijziging tot verval van de invorderingsbeschikking leidt, aldus de Afdeling (ABRvS 27 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2087):

“12. Anders dan [appellante] betoogt volgt uit artikel 5:38, eerste lid, van de Awb niet dat iedere wijziging van een last tot het vervallen van de reeds gegeven invorderingsbeschikking leidt. Alleen indien uit de wijziging voortvloeit dat een reeds gegeven beschikking niet in stand kan blijven, vervalt deze. […] Gelet op de aard van de wijziging en de omstandigheid dat deze wijziging geen gevolgen heeft voor de hoogte van de dwangsom en de verbeuring daarvan, zijn de invorderingsbeschikkingen niet vervallen.

Een voorbeeld kan het een en ander verduidelijken. Een bestuursorgaan legt aan een overtreder een last onder dwangsom op met de strekking dat hij een illegaal gebouwd bouwwerk binnen een week moet slopen. Doet hij dat niet, dan verbeurt hij een dwangsom. De begunstigingstermijn verstrijkt en direct daarna neemt het bestuursorgaan een invorderingbeschikking strekkende tot het invorderen van de verbeurde dwangsom. Bij de beslissing op bezwaar komt  het bestuursorgaan tot de conclusie dat de termijn van een week toch te kort was. Het bestuursorgaan besluit om de dwangsombeschikking te wijzigen in zoverre dat de eerder gestelde begunstigingstermijn wordt herroepen en er een nieuwe termijn van zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar wordt gesteld. In zo’n geval volgt uit de wijziging bij de beslissing op bezwaar voort dat de reeds gegevens invorderingsbeschikking geen stand kan houden. Immers, achteraf bezien heeft de overtreder de last nooit overtreden.

Een ander voorbeeld is als de last op grond van artikel 5:34 Awb later wordt ingetrokken omdat er geen overtredingen van de last zich hebben voorgedaan voor meer dan een jaar. Indien echter eerder wel invorderingsbeschikkingen zijn genomen (omdat het bestuursorgaan eerder wel meende dat er in die periode dwangsommen waren verbeurd), dan komen die door het artikel 5:34 Awb besluit te vervallen (ABRvS 11 juni 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX1080).

Als een last onder dwangsom op een later moment wordt ingetrokken zonder terugwerkende kracht, betekent dat niet dat de invorderingsbeschikkingen van voor het moment van intrekken automatisch vervallen. De Afdeling overweegt dienaangaande (ABRvS 22 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1710):

“10.2. Nu uit het besluit van 13 maart 2015 niet volgt dat de intrekking van de bij besluit van 17 oktober 2014 opgelegde last onder dwangsom terugwerkende kracht heeft, brengt artikel 5:38, eerste lid, van de Awb niet met zich dat door intrekking van het dwangsombesluit geen dwangsommen meer kunnen worden ingevorderd. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 5 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY5125. Anders dan [appellante] betoogt, volgt uit artikel 5:38, eerste lid, van de Awb niet dat, nadat een last onder dwangsom zonder terugwerkende kracht is ingetrokken, een invorderingsbeschikking over de periode van voor de intrekking niet in stand kan blijven.”

 2. Jurisprudentie

ABRvS:

ABRvS 11 juni 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX1080

ABRvS 22 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1710

ABRvS 27 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2087

3. Literatuur

F.C.M.A. Michiels, A.B. Blomberg en G.T.J.M. Jurgens, Handhavingsrecht, (Deventer, 2016)

T.N. Sanders, De invordering van (herstel)sancties bij dwangbevel, (diss. Leiden 2018), (Den Haag, 2018).

P.J.J. van Buuren, G.T.J.M. Jurgens en F.C.M.A. Michiels, ‘Bestuursdwang en dwangsom’, (Deventer, 2014).

Over de auteur

Thomas Sanders is advocaat bij AKD. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden op het gebied van het handhavingsrecht en het invorderingsrecht. Zijn praktijk richt zich op het bijstaan van overheden en bedrijven in (vaak omgevingsrechtelijke) handhavingsgeschillen en de handhaving van de openbare orde.

Vragen? Neem contact op via tsanders@akd.nl of LinkedIN.