CBb 1 oktober 2024, ECLI:NL:CBB:2024:666 – Terecht zeer spoedeisende bestuursdwang toegepast: “dierhouder heeft de gelegenheid gekregen haar eigen dierenarts in te schakelen, maar heeft die kans afgeslagen”. Strafvorderlijk beslag staat teruggave in de weg.
Is er terecht spoedbestuursdwang toegepast?
9.1Op grond van artikel 5:31, eerste lid, van de Awb kan de minister in (zeer) spoedeisende gevallen bestuursdwang toepassen zonder voorafgaande last of zelfs zonder voorafgaand besluit en moet de minister zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend maken.
9.2Volgens artikel 5:29, eerste lid, van de Awb kan het bestuursorgaan, voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, zaken meevoeren en opslaan.
10.1Nadat de dierhouder op 13 januari 2022 was geconfronteerd met de toestand van de drie magere en futloze runderen en was gevraagd naar de gegevens van haar dierenarts antwoordde zij: “Dat weten jullie zelf wel”. De dierhouder heeft dus de gelegenheid gekregen haar eigen dierenarts in te schakelen, maar heeft die kans afgeslagen. Het is gerechtvaardigd dat de toezichthouders de dierhouder geen verdere gelegenheid meer hebben gegeven om zelf in actie te komen, gelet op de toestand van de runderen en de spoedeisendheid van de situatie. De dieren hadden immers onmiddellijk diergeneeskundige zorg nodig.
10.2Het toezichtrapport maakt aannemelijk dat het niet mogelijk was om ter plaatse tot een verbetering van de situatie te komen. Het College let daarbij ook op de eerdere ervaringen met de dierhouder bij overtredingen, zie de uitspraak van het College van 6 september 2022 (ECLI:NL:CBB:2022:589). Het geneeskundige onderzoek van de alpaca’s, het doden van drie runderen en het terstond meevoeren en onderbrengen van de overige zeven runderen was naar het oordeel van het College vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en diergezondheid terecht.
10.3De op 25 januari 2022 bij de controle aangetroffen situatie, het verscherpt toezicht waar de dierhouder onder stond in verband met eerdere overtredingen en het feit dat op
21 januari 2022 al een last onder bestuursdwang was opgelegd vanwege de situatie van de paarden en de handbuikzwijnen, maken aannemelijk dat het niet mogelijk was om ter plaatse de situatie op een dierwaardige manier te verbeteren. Het terstond meevoeren en onderbrengen van de paarden en hangbuikzwijnen was vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en diergezondheid noodzakelijk.
21 januari 2022 al een last onder bestuursdwang was opgelegd vanwege de situatie van de paarden en de handbuikzwijnen, maken aannemelijk dat het niet mogelijk was om ter plaatse de situatie op een dierwaardige manier te verbeteren. Het terstond meevoeren en onderbrengen van de paarden en hangbuikzwijnen was vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en diergezondheid noodzakelijk.
Misbruik van bevoegdheid?
11.1Anders dan de dierhouder aanvoert, heeft de minister naar het oordeel van het College geen misbruik gemaakt van zijn bevoegdheden.
11.2Op 24 januari 2022 heeft de minister besloten onder voorwaarden de runderen terug te geven. De dierhouder heeft aan die voorwaarden (waaronder het betalen van de kosten) voldaan. Vervolgens is de feitelijke overgave van de dieren doorkruist door een strafvorderlijk beslag van de dieren op 8 februari 2022. Dat strafvorderlijk beslag is (kort gezegd) de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en niet van de minister. De minister kan wat dat beslag betreft geen misbruik maken van een bevoegdheid, hem komt die bevoegdheid immers niet toe. De enkele omstandigheid dat het Openbaar Minister dat beslag heeft gelegd, is onvoldoende om, zoals de dierhouder klaarblijkelijk meent, aan te nemen dat de minister en het Openbaar Ministerie in het gebruik van hun bevoegdheden hebben samengespannen. Reeds daarom slaagt deze beroepsgrond niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2024:666