CBb 12 januari 2021, ECLI:NL:CBB:2021:23 – BO hoeft in LoB niet concreet te omschrijven hoe bestuursdwang zal worden uitgevoerd.

1.2. Bij het primaire besluit I heeft verweerder aan appellante vanwege overtreding van artikel 1.7, aanhef en onderdeel d, van het Bhd de maatregel opgelegd dat zij voor vrijdagochtend 22 juni 2018 om 10:00 uur zorg draagt dat haar honden beschikken over een toereikende en voldoende hygiënische behuizing voor de duur van een jaar. De behuizing dient voldoende schoon te zijn, ontlasting dient tijdig te worden verwijderd.

[…]

4.1. Appellante voert aan dat het primaire besluit I niet duidelijk maakt wat de bestuursdwang inhoudt, als zij de in dat besluit opgelegde maatregel niet uitvoert.

4.2. Het College is van oordeel dat verweerder in het primaire besluit I duidelijk uiteen heeft gezet dat als appellante niet voor 22 juni 2018 de overtreding heeft beëindigd, verweerder de maatregel op haar kosten zal laten uitvoeren. Verweerder heeft in dit verband toegelicht dat hierbij kan worden gedacht aan het meevoeren en het onderbrengen van de honden op een geschikte locatie. Hiermee heeft verweerder naar het oordeel van het College voldaan aan het in artikel 5:25, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gegeven voorschrift dat de last vermeldt in hoeverre de kosten van bestuursdwang ten laste van de overtreder zullen worden gebracht. Verweerder was niet gehouden om concreet te omschrijven wat de bestuursdwang inhoudt. Een dergelijk vereiste kent de wet niet. Bovendien hangt de toepassing van bestuursdwang veelal af van de omstandigheden van het geval op het moment van het toepassen van bestuursdwang. Deze beroepsgrond faalt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2021:23