CBb 18 juni 2024, ECLI:NL:CBB:2024:410 – toezichthouders vaak deskundig, maar niet voor het schatten van het gewicht van varkens.

6 Uit het rapport van bevindingen blijkt dat de toezichthouders het gewicht van de varkens hebben geschat. Uit het rapport van bevindingen blijkt niet welke deskundigheid de betreffende toezichthouders bezitten wat betreft het schatten van het gewicht van varkens en de gewichtscategorie. Daarnaast wordt niet duidelijk uit het rapport van bevindingen op grond van welke waarnemingen de toezichthouders tot hun schatting zijn gekomen. Hierdoor hebben de toezichthouders niet objectiveerbaar gemaakt dat hun schattingen juist zijn. Het College heeft weliswaar in zijn uitspraak van 11 mei 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:477) geoordeeld dat, om een overtreding van artikel 2.17, tweede lid, van het Bhd te kunnen vaststellen, de varkens niet altijd hoeven te worden gewogen, maar in de zaak waar die uitspraak op ziet, had de minister specifieke omstandigheden naar voren gebracht die voor het College aanleiding waren om in die zaak te oordelen dat de vaststelling van de overtreding mocht worden gebaseerd op de schatting van het gewicht van de varkens. In die zaak had namelijk de toezichthouder, die de inspectie had uitgevoerd, op de zitting verklaard dat hij ruim 40 jaar ervaring heeft als inspecteur van onder andere varkenshouderijen, dat de relevante gewichtscategorie een ruime marge van 35 kg heeft, dat bij twijfel aan het gewicht van een varken voor een lagere gewichtscategorie wordt gekozen en dat bij een betwisting van de gewichtsklasse door de varkenshouder ter plaatse alsnog wordt aangeboden om de dieren te wegen. Een dergelijke verklaring ontbreekt in deze zaak. Het College is daarom van oordeel dat de minister in deze zaak niet van de schattingen van de toezichthouders mocht uitgaan en die schattingen dus ontoereikend zijn als bewijs voor een overtreding van artikel 2.17, tweede lid, van het Bhd. De minister heeft daarmee niet aannemelijk gemaakt dat de varkens over onvoldoende vloeroppervlakte beschikten. Niet is komen vast te staan dat appellant de maatregel in het dwangsombesluit niet heeft uitgevoerd en als gevolg daarvan dwangsommen heeft verbeurd.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2024:410