CBb 26 april 2022, ECLI:NL:CBB:2022:191 – lex certa gebrek kan niet worden hersteld nadat overtreding is begaan door nieuw voornemen uit te vaardigen nadat wet duidelijk is.

5.2.3. Uit de onder 5.2.1 en 5.2.2 geciteerde overwegingen volgt, anders dan de minister heeft betoogd, dat wanneer de marges bij het uitbrengen van het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens een gestelde overtreding van de artikelen 7 en 8 van de Msw niet openbaar waren, dit gebrek ook niet kan worden hersteld door het intrekken van het voornemen en het uitbrengen van een nieuw voornemen nadat de marges openbaar zijn gemaakt. Dit geldt wanneer de veehouder naar aanleiding van het voornemen of later in de procedure de juistheid van de aan de boete ten grondslag gelegde vaststelling van de hoeveelheid stikstof en fosfaat in de mest bestrijdt. Appellante heeft een dergelijke betwisting in haar zienswijze naar aanleiding van het eerste voornemen opgenomen, zoals de minister ook niet heeft betwist. Het College heeft in de aangehaalde uitspraken voorts uitdrukkelijk overwogen dat zijn oordeel over de niet-herstelbaarheid van de afwezigheid van openbaarheid van de marges ten tijde van het voornemen ook geldt indien de voornemenprocedure, zoals in het onderhavige geval, reeds aanhangig was op 18 december 2018. De door de minister gemaakte vergelijking met de onder 4 genoemde uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 29 november 2018 gaat niet op nu in dit geval aan het uitbrengen van een nieuw voornemen niet zozeer het bepaalde in artikel 5:43 van de Awb in de weg staat, als wel wat is overwogen onder 5.2.1 en 5.2.2 over de openbaarheid van gehanteerde marges bij de oplegging van een boete op grond van de artikelen 7 en 8 van de Meststoffenwet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2022:191