CBb 8 april 2025, ECLI:NL:CBB:2025:243 – Geen normadressaat? Dan kan je de bepaling niet zelf overtreden hebben.

Print deze pagina

Beoordeling door het College

13 Naar het oordeel van het College is de Stichting niet aan te merken als een verzamelcentrum als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, van de Transportverordening. Een verzamelcentrum is een bedrijf, verzamelplaats of markt waar dieren worden samengebracht om een partij dieren te vormen. De dieren die bij de veemarkt van de Stichting worden samengebracht worden afzonderlijk voor verkoop aangeboden aan inkopers van onder meer slachthuizen. Uit het rapport van bevindingen en wat de minister op de zitting naar voren heeft gebracht blijkt niet dat op de veemarkt een selectie van de dieren plaatsvindt aan de hand van bijvoorbeeld ras, gewicht of leeftijd en dat de dieren worden gehergroepeerd om grotere, uniforme koppels te vormen om vervolgens te worden getransporteerd. Het enkel aanduiden van de Stichting in het rapport van bevindingen als “verzamelcentrum” is onvoldoende om de Stichting als zodanig te kunnen aanmerken.

14 Omdat de Stichting niet is aan te merken als een verzamelcentrum is zij niet degene tot wie de norm van artikel 9, eerste lid, van de Transportverordening zich richt. De Stichting is dus niet de normadressaat van die bepaling. Zij kan die bepaling daarom niet zelf overtreden (hebben). Overtreding van die bepaling kan haar, wat daar verder ook van zij, ook niet worden toegerekend, alleen al omdat er in dit geval geen andere (rechts)persoon is die de norm daadwerkelijk heeft geschonden. De Stichting is dus niet als overtreder van artikel 9, eerste lid, van de Transportverordening aan te merken.

15 Deze hogerberoepsgrond slaagt. Echter, de omstandigheid dat de minister ten onrechte heeft geconcludeerd dat de Stichting artikel 9, eerste lid, van de Transportverordening heeft overtreden, levert op zichzelf geen reden op om de boete te herroepen of te matigen. De minister heeft, gelet op wat onder 9 en 10 is overwogen, namelijk terecht geconcludeerd dat de Stichting artikel 3, aanhef en onder b, van de Transportverordening heeft overtreden. De hoogte van de opgelegde boete voor die overtreding komt overeen met de wettelijk voorgeschreven hoogte ervan (€ 1.500,-) en het boetebedrag is wegens recidive verdubbeld. Het boetebedrag is gelijk aan het boetebedrag dat de minister voor de overtreding van artikel 3, aanhef en onder b, en artikel 9, eerste lid, van de Transportverordening gezamenlijk aan de Stichting heeft opgelegd.

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2025:243

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *