CBb 9 februari 2022, ECLI:NL:CBB:2022:85 – mochten toezichthouders van LNV mee de woning in op de machtiging van de gemeentelijke toezichthouders? Voorzieningenrechter heeft twijfels.

3. Verder vraagt verzoekster de dieren aan haar terug te geven. Met het oog daarop heeft de voorzieningenrechter beoordeeld of, naar voorlopig oordeel, het primaire besluit in stand zal blijven.

4. De voorzieningenrechter ziet daar wel een probleem. De toezichthouders van verweerder beschikten namelijk niet over een eigen machtiging om verzoeksters woning zonder haar toestemming te betreden. Of die inbreuk op het huisrecht wordt gedekt – zoals verweerder heeft betoogd – door de machtiging die de burgemeester heeft afgegeven aan zijn toezichthouders, is nogal twijfelachtig. Die machtiging heeft namelijk als doel de controle in het kader van het omgevingsrecht en de algemene plaatselijke verordening. De schending van het huisrecht zou daarom weleens kunnen leiden tot de uitsluiting van het in en door het betreden van de woning door verweerder verzamelde bewijs. Verweerder heeft in bezwaar wel de mogelijkheid om bewijs aan te vullen, bijvoorbeeld met de rapportage van de toezichthouders van de burgemeester. De voorzieningenrechter wijst er ook nog op dat de naam van verweerders dierenarts niet bekend is en dat daarmee niet valt na te gaan of deze persoon (inderdaad) in het diergeneeskunderegister is ingeschreven, een nummer is daarvoor niet voldoende. Ook dit kan verweerder in bezwaar nog herstellen. Gelet hierop kan er op voorhand niet worden geoordeeld dat het bezwaar geen kans van slagen heeft.

5. De voorzieningenrechter zal daarom aan de hand van een belangenafweging beoordelen of in afwachting van de bezwaarprocedure verweerder de dieren aan verzoekster moet teruggegeven.

6.1. De voorzieningenrechter stelt vast dat er – ook al zijn er al een aantal dieren uit de opvang gehaald door hun eigenaar – op dit moment nog een aanzienlijk aantal dieren in bewaring zijn. Verzoekster kan voorlopig niet terugkeren naar haar eigen woonadres, nu de burgemeester dat voor de duur van zes maanden heeft gesloten. Zij heeft inmiddels een fulltime baan. De verzorging van de dieren zal zij daarom voor een belangrijk deel aan iemand uit handen moeten geven. Zij heeft daarover met een bekende afspraken gemaakt. Concrete gegevens hierover ontbreken. Verzoekster heeft op de zitting aangegeven dat zij bij anderen inwoont en dat zij bereid zijn hun woning tijdelijk te verlaten en aan verzoekster ter beschikking te stellen om de dieren te huisvesten. Verzoekster wil dat opvangadres niet bekend maken. Onder de in bewaring zijnde dieren zijn er ongeveer 20 kittens. Verzoekster wil deze dieren afleveren aan derden. De afspraken daarvoor waren al in december 2021 gemaakt, maar de overdracht is in de wielen gereden door de spoedbestuursdwang. Concrete gegevens hierover zijn niet in het dossier aanwezig. De overige nog in de opvang verkerende (enkele tientallen) poezen zijn grotendeels niet gesteriliseerd. Verzoekster heeft zich op de zitting verzet tegen het voorstel van verweerder dat hij alle (in aanmerking komende) poezen voor teruggave laat steriliseren, al onderschrijft zij dat de sterilisatie nodig is. Verder heeft verzoekster op de zitting toegelicht dat zij niet over een ruime financiële armslag beschikt.

6.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de teruggave van de dieren onder deze (vage) omstandigheden niet verantwoord. Alles afwegend ziet de voorzieningenrechter voor het treffen van de door verzoekster gevraagde voorziening daarom geen aanleiding.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2022:85