CRvB 17 november 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2872 – ne bis in idem geldt niet bij een combinatie van een straf en een herstelsanctie.
4.2. Het beginsel van ne bis in idem, dat is opgenomen in artikel 5:43 van de Awb, houdt in dat een bestuursorgaan geen bestuurlijke boete oplegt indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd. Dit beginsel is dus slechts van toepassing op bestraffende sancties als bedoeld in artikel 5:2, eerste lid, onder c, van de Awb en niet op herstelsancties als bedoeld in artikel 5:2, eerste lid, onder b, van de Awb. Uit rechtspraak van de Raad volgt dat zowel het niet uitbetalen van WW-uitkering als een maatregel het karakter hebben van een herstelbepaling, omdat daarmee wordt bevorderd dat een rechtmatige uitkeringssituatie ontstaat doordat de uitkeringsgerechtigde de aan de uitkering verbonden verplichtingen naleeft (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 juni 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:2146, overweging 5.6.2). Artikel 35 van de WW betreft een algemene verjaringsbepaling, op grond waarvan het recht op uitkering wel wordt vastgesteld over perioden gelegen voor 26 weken voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag om een uitkering wordt ingediend, maar niet wordt betaald door het Uwv, terwijl de maatregel als hier aan de orde wordt opgelegd als een termijngebonden verplichting wordt overtreden. De hoogte en duur van de maatregel noch de combinatie van niet-uitbetaling en het opleggen van een maatregel leidt tot de conclusie dat sprake is van een bestraffende sanctie. Van een dubbele punitieve sanctie is dus geen sprake. Hieraan wordt nog toegevoegd dat ook van cumulatie van herstelsancties in de zin van artikel 5:6 van de Awb geen sprake is, nu de toepassing van artikel 35 van de WW is geëindigd op 9 januari 2019 en de maatregel is geëffectueerd met ingang van 10 januari 2019.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2021:2872