Rb. Den Haag 5 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:8033 – Overtreder is normadressaat. Dat derde handeling moet verrichten om te zorgen dat overtreder aan de norm voldoet, maakt niet dat overtreder geen overtreder meer is.
Is eiseres als overtreder aan te merken?
4.1
Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet als overtreder kan worden aangemerkt. Ter onderbouwing hiervan heeft zij verwezen naar de conclusie van Staatsraad Advocaat-Generaal mr. P.J. Wattel van 15 februari 2023.5 Eiseres stelt dat zij niet als functioneel dader/overtreder kan worden aangemerkt, omdat zij niet over het niet correct koppelen van de schoondochter van de gastouder kon beschikken en dat ook niet heeft aanvaard. De gastouder en haar schoondochter hebben buiten haar zicht en zonder haar opdracht gehandeld. De gastouder heeft toegegeven dat zij haar schoondochter bewust niet heeft genoemd toen eiseres haar voor aanvang van de hernieuwde samenwerking vroeg of er behalve de gastouder, haar echtgenoot en haar zoon nog andere structureel aanwezigen gekoppeld moesten worden. De gastouder verkeerde namelijk in de veronderstelling dat zij haar schoondochter niet hoefde te melden, omdat zij door haar werk in de kinderopvang al in het PRK was ingeschreven. Nadat de gastouder zich haar fout realiseerde heeft de schoondochter eerst een verkeerd koppelingsverzoek gedaan. Uiteindelijk is de schoondochter alsnog gekoppeld, maar toen had verweerder al een boete opgelegd, waarvan de gastouder inmiddels de helft aan eiseres heeft vergoed.
4.2
De rechtbank stelt vast dat artikel 1.48d, derde lid, van de Wko zich expliciet tot de houder van een gastouderbureau richt. Het gastouderbureau moet de in dat artikel genoemde koppeling leggen. De norm wordt daarmee nadrukkelijk opgelegd aan de houder van het gastouderbureau (normadressaat). De rechtbank is dan ook met verweerder eens dat, nu de wetgever het gastouderbureau uitdrukkelijk die verantwoordelijkheid heeft gegeven, eiseres als overtreder moet worden aangemerkt wanneer de koppeling niet dan wel niet op tijd tot stand komt. De conclusie van Wattel6 ziet op een andere situatie, waarbij de eigenaar van een verhuurde woning verantwoordelijk wordt gehouden voor de onttrekking van die woning aan de woningvoorraad voor onrechtmatig vakantieverhuur- of prostitutiegebruik, terwijl zodanige verantwoordelijkheid van de eigenaar niet in de betreffende wettelijke bepaling is vastgelegd en niet de eigenaar maar de huurder die overtreding feitelijk heeft begaan. In de zaak waar de conclusie van Wattel op ziet is de normadressaat niet specifiek benoemd. In de betreffende regelgeving staat namelijk ‘het is verboden om’.7 In deze zaak is echter duidelijk dat de norm zich tot de gastouderbureauhouder richt. Verweerder heeft eiseres gelet op het voorgaande terecht als overtreder aangemerkt.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:8033