Rb. Gelderland 18 oktober 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5671 – één controle bezoek niet voldoende om vast te stellen of ruimte in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt voor therapie.

Heeft het college voldoende onderzoek verricht naar de gestelde overtredingen?

5. Eisers voeren aan dat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de gestelde overtreding. Volgens eisers werd de buitenruimte bij het pand in de zomer van 2021 zonder omgevingsvergunning gebruikt voor het geven van therapie aan cliënten van het [G centrum ] . Het college heeft echter pas op 24 november 2021 een controle ter plaatse uitgevoerd en toen slechts één persoon die werkzaam is bij het [G centrum ] gehoord. Dit is volgens eisers onvoldoende, omdat één van de eisers op 26 juli 2021 al een klacht had ingediend met betrekking tot het geschreeuw afkomstig vanuit de buitenruimte bij het pand en ook anderen, zoals eiseres [Eiseres A] en haar zoon, gehoord dienden te worden over een mogelijke overtreding.

5.1.

Het college voert hierover aan dat het wel voldoende onderzoek heeft gedaan naar een mogelijke overtreding en daarom aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Zo zijn er namens het college op 24 november 2021 toezichthouders ter plaatse geweest en die hebben geen overtreding geconstateerd. Na het weigeren van de omgevingsvergunning voor het verlenen van therapie in de buitenruimte is niet geconstateerd dat ondanks deze weigering alsnog therapie in de buitenruimte wordt gegeven.

5.2.

Op grond van artikel 3:2, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis over de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Gelet hierop zal de rechtbank de vraag beantwoorden of het college de nodige kennis heeft vergaard voordat het kon besluiten om het handhavingsverzoek af te wijzen.

5.3.

De rechtbank stelt vast dat het college op 24 november 2021, naar aanleiding van een melding van eiseres van 26 juli 2021, een controle heeft uitgevoerd bij het [G centrum ] . Tijdens deze controle hebben de toezichthouders vastgesteld dat er geen therapie werd gegeven in de buitenlucht en dat door een medewerker van derde-partij werd aangegeven dat er nooit therapie in de buitenruimte was gegeven. Op basis hiervan heeft het college het handhavingsverzoek van eiseres op 30 november 2021 afgewezen.

5.4.

De rechtbank oordeelt dat het college bij de voorbereiding van het besluit tot afwijzing van het handhavingsbesluit niet de nodige kennis heeft vergaard voordat het kon besluiten om het handhavingsverzoek af te wijzen. Met het eenmalige bezoek van de toezichthouders dat 4 maanden na de melding heeft plaatsgevonden en het horen van één van de medewerkers van het [G centrum ] , is onvoldoende onderzocht of sprake is van een overtreding. Daarbij neemt de rechtbank ook in acht dat de activiteit ‘therapie in de buitenruimte’ wel als zodanig was aangevraagd door het [G centrum ] bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning die op 26 mei 2021 is ingediend. Hierdoor had het college, naast het handhavingsverzoek, extra alert moeten zijn of de aangevraagde activiteit in de tussentijd al werd uitgeoefend. Daarbij komt dat door een medewerker van het [G centrum ] aan eiseres [Eiseres A] is bevestigd dat in de zomer van 2021 buiten (schreeuw)therapie is gegeven en dat omwonenden ook in de periode na het besluit van 30 november 2021 nog geschreeuw hebben gehoord bij het [G centrum ] .

Het lag op de weg van het college om eerder en meerdere malen te controleren of er therapie werd gegeven in de buitenruimte. De beroepsgrond slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2023:5671