Rb. Gelderland 18 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5183 – (niet) chillen in een bubbelbad: geluidshinder van bubbelbad. Sweco rapport opgesteld op verzoek derdebelanghebbende rapport mogelijk beinvloed door persoonlijke banden met belanghebbende – college mocht dat daarom niet gebruiken zonder eigen onderzoek. Feit dat derde er recreatief woont is geen reden om haar een beroep op de normen inzake geluidshinder te ontzeggen.

Is er sprake van te beschermen woongenot?

6. Eiseres stelt dat de derde-partij geen beroep kan doen op de bescherming van haar woongenot, omdat er sprake is van gedoogbeleid ten aanzien van permanente bewoning op het park waar zij en de derde-partij wonen. Het park heeft een recreatieve status. Volgens eiseres heeft een bewoner van een recreatiewoning niet hetzelfde recht op ongestoord woongenot als een bewoner van een reguliere woning.

6.1.

Het college stelt zich op het standpunt dat artikel 4:6 van de Apv gaat over geluidhinder voor een omwonende of voor de omgeving. De derde-partij woont in de buurt en is daarom een omwonende. Daarnaast gaat het artikel ook over geluidhinder voor de omgeving. Daaraan wordt volgens het college in ieder geval voldaan. De derde-partij deelt het standpunt van het college.

6.2.

Deze beroepsgrond slaagt niet. In artikel 4:6 van de Apv staat, voor zover hier van belang, dat het verboden is om geluidhinder te veroorzaken voor een omwonende of voor de omgeving. De derde-partij is een omwonende. Zij woont namelijk naast eiseres en daarmee dus ook in de omgeving van de woning van eiseres. Het college stelt zich daarom terecht op het standpunt dat het verboden is om geluidhinder te veroorzaken voor de derde-partij. Dat permanente bewoning op het park wordt gedoogd, verandert daar niets aan.

Motiveert het college deugdelijk dat er sprake is van een overtreding?

7. Eiseres stelt dat de bevindingen uit het rapport van Sweco niet meegewogen mogen worden. De derde-partij en haar vriend zijn werkzaam bij Sweco. Dat wekt volgens eiseres de schijn dat de adviezen subjectief zijn. Bovendien zijn volgens eiseres na het rapport maatregelen getroffen, waardoor zij stelt dat het rapport niet actueel en niet bruikbaar is. De jacuzzi en de motor zijn op geluiddempende isolatieplaten geplaatst en er is geluiddempende isolatie rondom de motor geplaatst. Er is een tijdschakelaar geplaatst die om 8.00 uur aangaat en om 21.45 uur uitgaat. Er is een drumscherm geplaatst. Dat is weer verwijderd, omdat dat volgens de derde-partij geen effect had. Naast de bestaande erfafscheiding is nog een schutting geplaatst. Volgens eiseres heeft het college nagelaten te (laten) controleren of de maatregelen effect hebben. Eiseres stelt verder dat volgens het rapport op verschillende momenten verschillende waardes zijn gemeten, terwijl dat onlogisch is. De jacuzzi produceert volgens eiseres altijd hetzelfde geluid. In het rapport staan volgens eiseres onjuistheden. Zo staat er dat de waarden die in de avond zijn gemeten, ook in de nacht gemeten zouden worden, omdat de jacuzzi nagenoeg altijd aanstaat. Dat klopt niet volgens eiseres, want de jacuzzi werkt van 8.00 uur tot 21:45 uur. En de pomp hoeft volgens eiseres niet intensiever te draaien als er personen in zitten, want de jacuzzi produceert geen bubbels. De heer Bos kan verklaren welke handelingen zijn verricht ten behoeve van het voorkomen van de geluidhinder.

7.1.

Het college gaat uit van het rapport van Sweco en stelt zich op het standpunt dat sprake is van overtreding van artikel 4:6 van de Apv. Volgens het college is er geen grond om aan te nemen dat het rapport van Sweco niet op een objectieve manier, volgens de daarvoor geldende normen tot stand is gekomen. Sweco is een op dit gebied erkend bedrijf en het rapport is door drie deskundigen opgesteld. Daarnaast stelt het college dat het aan eiseres was geweest om een tegenadvies in te dienen en dat heeft zij niet gedaan. Volgens het college is niet gebleken dat na het onderzoek maatregelen zijn genomen, waardoor de geluidhinder is weggenomen.

7.2.

De derde-partij stelt zich op het standpunt dat uit het rapport blijkt dat er sprake is van geluidhinder en dat het college het rapport mocht meewegen. De derde partij is weliswaar werkzaam bij Sweco, maar op een andere vestiging. Daarnaast is het niet zo dat haar vriend, maar een kennis van haar werkzaam is bij Sweco.

[….]

Oordeel van de rechtbank

9. Deze beroepsgrond slaagt. Het college motiveert niet deugdelijk waarom op grond van het rapport van Sweco vaststaat dat sprake is van een overtreding. De rechtbank legt dat oordeel onder 9.1 tot en met 9.5 uit.

9.1.

Niet in geschil is dat de derde-partij bij Sweco werkt en het rapport op initiatief van de leidinggevende van de derde-partij is opgesteld, omdat hij constateerde dat de avond- en nachtrust van de derde-partij te lijden hadden onder het geluid van de jacuzzi. Het rapport is dus door Sweco opgesteld voor de derde-partij die werkzaam is bij Sweco en op initiatief van een leidinggevende van Sweco. Daardoor is de schijn gewekt dat het rapport niet onpartijdig is opgesteld. Dat de derde-partij op een andere vestiging werkzaam is dan de deskundigen die het rapport hebben opgesteld, maakt dat niet anders. Het college had dan ook niet zonder verder (eigen) onderzoek van dit rapport gebruik mogen maken.

9.2.

Verder stelt eiseres dat zij een tijdschakelaar heeft geplaatst waardoor de jacuzzi aanstaat tussen 8.00 uur en 21:45 uur. Daardoor staat de jacuzzi volgens eiseres, anders dan in het rapport staat, niet de hele tijd aan. Onduidelijk is waarop is gebaseerd dat de pomp van de jacuzzi nagenoeg continue aanstaat, waardoor de waarden die in de avondperiode zijn gemeten ook gemeten zouden zijn in de nachtperiode, zoals in het rapport staat. Daardoor is ook onduidelijk of de richtwaarde van 30 dB(A) in de nachtperiode met 24 dB(A) wordt overschreden, zoals in het rapport van Sweco staat. Volgens eiseres maakt de jacuzzi bovendien geen bubbels zoals in het rapport staat. Uit het rapport blijkt niet dat de deskundigen die het rapport hebben opgesteld de jacuzzi hebben gezien. Uit het rapport blijkt wel dat de jacuzzi tijdens de metingen niet werd gebruikt. Het is dan ook onduidelijk waarop is gebaseerd dat het geluidniveau hoger is als er personen in de jacuzzi aanwezig zijn, omdat de pomp voor het produceren van bubbels dan intensiever moet draaien. Ondanks het voorgaande en zonder verder navraag te doen, gaat het college uit van het rapport van Sweco waarin staat dat de pomp van de jacuzzi nagenoeg de hele tijd aanstaat en bubbels produceert.

9.3.

Daar komt bij dat eiseres stelt dat er maatregelen zijn getroffen nadat het rapport is opgesteld en dat de overtreding – voor zover daarvan al sprake was – zich ten tijde van de beslissing op bezwaar niet meer voordeed. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft eiseres foto’s overgelegd van de maatregelen die zij heeft getroffen. Hoewel uit de foto’s niet blijkt wanneer de maatregelen zijn getroffen, is het aan het college om te onderzoeken of ten tijde van de beslissing op bezwaar nog steeds sprake was van een overtreding. Onjuist is het standpunt van het college dat de bewijslast bij eiseres ligt en dat het aan eiseres is om eventueel getroffen maatregelen door een deskundige te laten beoordelen op hun effect en hierover een rapport te laten opmaken. Het is een belastend besluit, zodat de bewijslast bij het college ligt. Daarbij geldt dat het rapport van Sweco op 18 juli 2019 is opgemaakt en de beslissing op bezwaar is genomen op 30 augustus 2021. Gelet op het tijdsverloop tussen het rapport en de beslissing op bezwaar, is het niet onmogelijk of onaannemelijk dat eiseres na het rapport maatregelen heeft genomen. Ook niet omdat eiseres al in de brief van het bestuur van de Voorzitter van de Vereniging De Witte Burchten van 24 maart 2020 wordt verzocht om adequate maatregelen te nemen om de geluidsoverlast van de jacuzzi weg te nemen en wordt verzocht om binnen drie weken te laten weten welke maatregelen zij gaat nemen en op welke termijn. Overigens blijkt uit het rapport van Sweco niet dat de maatregelen die eiseres zegt te hebben getroffen al waren getroffen ten tijde van het rapport. In het rapport wordt juist de conclusie getrokken dat betere isolatie nodig is en eiseres stelt juist dat zij isolatiemaatregelen heeft getroffen.

9.4.

Gelet op wat is overwogen onder 9.1 tot en met 9.3 is de rechtbank van oordeel dat de schijn is gewekt dat het rapport van Sweco niet onpartijdig is opgesteld, dat er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van dit rapport én dat het college ten onrechte niet heeft onderzocht of na het uitbrengen van rapport afdoende maatregelen zijn genomen om mogelijke geluidhinder weg te nemen. Het college heeft daarom niet deugdelijk gemotiveerd waarom er ten tijde van het bestreden besluit sprake was van een overtreding van artikel 4:6 van de Apv.

Moet het college meer rekening houden met het belang van eiseres?

10. Eiseres stelt dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de bijzondere omstandigheden van het geval. Zij maakt namelijk gebruik van de jacuzzi vanwege medische klachten.

10.1.

Het college stelt zich op het standpunt dat eiseres de jacuzzi kan verplaatsen en de jacuzzi dus nog kan gebruiken. Mogelijke belangen van eiseres om de jacuzzi te blijven gebruiken om medische redenen zijn daarom volgens het college niet in het geding.

10.2.

De derde partij stelt zich op het standpunt dat de medische klachten van eiseres haar niet verplichten om de jacuzzi te plaatsen op de plek waar zij geluidhinder van de jacuzzi ervaart. Daar komt bij dat de derde partij door de geluidhinder ook ziek is geworden. Ze kon geen nacht slapen.

Oordeel van de rechtbank

10.3.

Deze beroepsgrond slaagt niet. De last onder dwangsom die aan eiseres is opgelegd, houdt in dat eiseres maatregelen dient te nemen, zodat de jacuzzi niet meer leidt tot geluidhinder. De last onder dwangsom houdt dus niet in dat eiseres de jacuzzi niet meer kan gebruiken. Daarom heeft het college in redelijkheid geen rekening hoeven houden met het belang van eiseres om de jacuzzi te gebruiken in verband met haar medische klachten.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2023:5183