Rb. Gelderland 20 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6971 – Verhoging dwangsom wegens recidive van 60k per maand naar 90k per maand aanvaardbaar.

Hoogte van de dwangsommen

6. Volgens vaste rechtspraak heeft het opleggen van een last onder dwangsom ten doel de overtreder te bewegen tot naleving van de voor hem geldende regels. Om dit doel te bereiken kan de hoogte van het bedrag worden afgestemd op het financiële voordeel dat een overtreder kan verwachten bij het niet naleven van deze regels. Van de dwangsom moet zo’n prikkel uitgaan, dat de opgelegde last wordt uitgevoerd zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.7

6.1.

Het college heeft in de opgelegde last het volgende overwogen:

“Volgens onze vaste gedragslijn bepalen wij de hoogte van de dwangsom aan de hand van

concrete indicatoren, de aard en ernst van de overtreding en bijzondere omstandigheden. Bij strijdig gebruik wordt het eventuele financiële voordeel van de overtreder als indicator gebruikt. De hoogte van de dwangsom stellen wij vast met behulp van de vuistregel 3x het financiële voordeel.

De hoogte van de dwangsom is gebaseerd op een schatting van het financiële voordeel dat [verzoekster] verkrijgt door niet aan de last onder dwangsom te voldoen, maar de bedrijfsvoering in strijd met het bestemmingsplan voort te zetten aan de [locatie] . Op basis van de uittreksels uit de Kamer van Koophandel is een inschatting gemaakt van de winst die [verzoekster] maakt [verzoekster] en [B.V.] vallen onder [Holding] . Omdat er geen winst- en verliesrekening of jaarrekening kan worden ingezien, is er een schatting van de winst gemaakt op basis van de toename van het vermogen. Het vermogen van [Holding] is in de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen van € 50.904 in 2018 naar € 205.530.- in 2019 naar € 338.683 in 2020. Gemiddeld neemt het vermogen € 145.000,- per jaar toe. Hieruit blijkt dat [B.V.] en [verzoekster] , de enige twee besloten vennootschappen die vallen onder [Holding] , een behoorlijke winst hebben gemaakt Naast deze vermogenstoename zal er, gezien de omvang van de winst, naar schatting een loon aan de Directeur Groot Aandeelhouder zijn uitbetaald van rond de € 100.000,-. In totaal komt de winst dan op een geschat bedrag van €245.000,- per jaar. Dit betekent een geschatte winst van €20.416,- per maand. Het geschatte financiële voordeel bedraagt afgerond €20.000.- per maand.
Rekening houdend met het geschatte financiële voordeel, de vuistregel uit de vaste gedragslijn alsmede de aard en ernst van de overtreding, hebben wij destijds de dwangsom vastgesteld op 3x het geschatte financiële voordeel. De dwangsom bedroeg zodoende €60.000,- per maand, waarbij een deel van de maand ook als maand gold, met een maximum van € 240.000.-. Uit de inspectie van 31 mei 2023 is gebleken dat de eerder opgelegde en verbeurde dwangsommen niet hebben geleid tot het beëindigen van genoemde overtreding. Omdat de overtreding niet is beëindigd en er zodoende sprake is van recidive, wordt de eerder opgelegde dwangsom met vijftig procent verhoogd. Dit om te bewerkstelligen dat er dit keer wel sprake is van een voldoende financiële prikkel om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. De dwangsom uit dit besluit is vastgesteld op € 90.000,- per maand, waarbij een deel van de maand ook als maand geldt, met een maximum van € 360.000,-.”

6.2.

Ter zitting heeft het college nader toegelicht dat, hoewel het niet vaak voorkomt dat een tweede last onder dwangsom moet worden opgelegd, het dan gebruikelijk is de hoogte van de eerder opgelegde dwangsom met 50% te verhogen. De voorzieningenrechter acht dit niet onredelijk. Ook overigens is niet aannemelijk gemaakt dat de hoogte van de dwangsom disproportioneel is. Het betoog slaagt daarom niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2023:6971