Rb. Noord-Nederland 10 februari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:485 – is het persbericht (naar aanleiding van handhaving) een apart besluit? (Nee, want vermeldt niet overtreding en handhaving). Publiceren van bijgevoegde notitie is wel een besluit tot openbaarmaking.

Persbericht en notitie

6. Eiser stelt dat de bezwaren tegen het persbericht net als de bezwaren tegen de notitie gegrond hadden moeten worden verklaard. Het persbericht heeft in het kader van de onderhavige besluitvorming plaatsgevonden en aan het persbericht ligt geen belangenafweging ten grondslag. Verder stelt eiser dat hij onevenredig is benadeeld door de publicatie van het persbericht en de notitie. Er ligt geen nauwkeurig en voldoende goed onderzoek aan ten grondslag en eiser is bovendien niet in de gelegenheid gesteld om haar zienswijze naar voren te brengen over het voornemen om de documenten openbaar te maken.

6.1.

De rechtbank is van oordeel dat het persbericht geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Awb is en dat het college het bezwaar daartegen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het persbericht is in algemene bewoordingen opgesteld en vermeldt dat eiser het shredderen stillegt totdat er een goede afzuiginstallatie op de juiste plek staat. Er wordt ook meegedeeld dat de provincie opdracht geeft voor een nader onderzoek naar de oorzaak van de mogelijk verhoogde concentraties cadmium. In het persbericht staat niet dat er sprake is van een overtreding en wordt ook geen handhavingsbesluit opgelegd of melding gemaakt dat die gaat worden opgelegd. Het persbericht is ook geen besluit tot openbaarmaking van informatie uit eigen beweging als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het persbericht geeft immers geen informatie over documenten maar over feitelijk handelen, namelijk over de stillegging door het bedrijf en de onderzoeken die gaan plaatsvinden.

Deze beroepsgrond slaagt niet.

6.2.

De publicatie van de notitie is wel een besluit tot openbaarmaking van informatie uit eigen beweging als bedoeld in artikel 8 van de Wob. Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid in werking getreden en de Wob ingetrokken. Het besluit op bezwaar dat in deze zaak ter beoordeling staat, is genomen op 26 januari 2021, dus voor 1 mei 2022. Dat betekent dat in deze procedure de Wob nog van toepassing is.

6.3.

Op de zitting heeft eiser aangegeven dat met de beroepsgrond over 4:8 van de Awb bedoeld is dat eiser voorafgaand aan de openbaarmaking van de notitie in de gelegenheid gesteld had moeten worden zijn bedenkingen daartegen kenbaar te maken. De rechtbank stelt vast dat dat niet gebeurd is en dat het college wel gehouden was om een zienswijze te vragen alvorens te besluiten over de openbaarmaking van de notitie, omdat de notitie gaat over eiser en het college ervan uit kon gaan dat eiser mogelijk bedenkingen zou hebben tegen openbaarmaking. Het college heeft dit niet onderkend in het bestreden besluit. Het bestreden besluit is daarom in strijd met 7:12 van de Awb.

6.4.

De rechtbank gaat aan dit gebrek voorbij met toepassing van artikel 6:22 van de Awb. Het is niet aannemelijk dat de belanghebbende door de schending van 7:12 van de Awb is benadeeld. Eiser heeft in bezwaar en in beroep aangevoerd dat de openbaarmaking van de notitie heeft geleid tot een onevenredige benadeling van eiser en dat het college gelet daarop van openbaarmaking af had moeten zien.

De rechtbank is van oordeel dat de informatie uit de notitie moet worden aangemerkt als milieu-informatie als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer. In de notitie staat informatie over een geconstateerde cadmiumoverschrijding, de voor eiser geldende normen, de onderzoeken naar de cadmiumverontreiniging en de stofonderzoeken die zijn gedaan en op welke wijze toezicht is gehouden en is gehandhaafd op de geldende milieuregels.

Op grond van artikel 10, zesde lid, van de Wob is artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob niet van toepassing op milieu-informatie. Gelet op het feit dat het indienen van een zienswijze met een beroep op de onevenredige benadeling niet kan leiden tot het afzien van openbaarmaking, is het aannemelijk dat eiser niet is benadeeld door het niet in de gelegenheid stellen tot het indienen van een zienswijze.

Daarom passeert de rechtbank het gebrek.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBNNE:2023:485