Afwijzing verzoek om handhaving
7. Eiseres stelt – samengevat – dat het college niet heeft aangetoond dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel over bestaat dat de voorzetting van de activiteiten geen schadelijke gevolgen heeft voor beschermde habitats in de beschermingszones. Uit het bestreden besluit blijkt dat er sprake is van twijfel en dat de vereiste wetenschappelijke zekerheid niet wordt behaald. Eiseres stelt dat bij een kennisgebrek het college juist zou moeten handhaven om een einde te maken aan de overtreding.
8. Het college heeft het handhavingsverzoek van eiseres afgewezen onder verwijzing naar de waarschuwing die het college aan het bedrijf heeft gegeven naar aanleiding van het handhavingsverzoek van Milieudefensie. Het college heeft daarbij de Landelijke Handhavingsstrategie toegepast en heeft de teler in staat gesteld om middels een ecologische voortoets aan te tonen of de betreffende activiteit al dan niet vergunningplichtig is. Uit de door de teler uit te voeren voortoets kan blijken dat een passende beoordeling moet worden opgesteld maar ook kan blijken dat significante effecten op voorhand uitgesloten zijn.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande van oordeel dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd en in strijd met artikel 7:12 van de Awb is genomen. Om die reden is het beroep van eiseres gegrond en gaat de rechtbank over tot vernietiging van het bestreden besluit. Het college moet in een nieuw te nemen besluit vaststellen of sprake is van een overtreding en of het college handhavend zal optreden of dat er bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan het college af kan zien van handhavend optreden.
Omdat het beroep gelet op het voorgaande al gegrond is en het college alsnog een beoordeling moet maken of sprake is van een overtreding, komt de rechtbank niet toe aan de bespreking van de overige door eiseres aangevoerde beroepsgronden.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBNNE:2024:2382
Leave a Reply