Rb. Noord-Nederland 7 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1517 – LoD met herstelmaatregel ertoe strekkende om illegaal aangemeerde vaartuigen te verplaatsen mag, maar herstelmaatregel strekkende tot “de vaartuigen te verplaatsen naar een locatie waar het innemen van een ligplaats wel is toegestaan” mag niet, omdat daarmee preventief wordt gehandhaafd ten aanzien van toekomstige overtredingen.
De last onder dwangsom: formulering
5. Het primaire besluit is gehandhaafd in bestreden besluit 1. Daarom is de last van belang zoals die is geformuleerd in het primaire besluit. Die luidt als volgt.
Besluit
Gelet op het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht gelasten wij u de overtreding van artikel 5:27 Algemene plaatselijke verordening Tytsjerksteradiel op te heffen. Dit kunt u doen door:
– de ingenomen ligplaats te verlaten en verlaten te houden; en
– de vaartuigen te verplaatsen naar een locatie waar het innemen van een ligplaats wel is toegestaan.
U dient de overtreding op te heffen binnen een termijn van twee dagen gerekend vanaf de datum van deze brief (begunstigingstermijn).”
6. Eiser stelt dat het niet zo is dat verweerder met een last onder dwangsom in algemene zin kan bepalen dat elke toekomstige locatie waar het schip ligt, tevens meteen een overtreding is waarop dezelfde last onder dwangsom ziet. Volgens eiser lijkt hiermee te worden geanticipeerd op eventuele toekomstige overtredingen. Hij wordt in een onmogelijke situatie gebracht, omdat hij niet vooraf kan voorzien op welke plekken binnen de gemeente het schip al dan niet mag liggen, aldus eiser.
6.1.
De rechtbank begrijpt het betoog van eiser aldus dat volgens hem de last ondeugdelijk is. De rechtbank overweegt als volgt.
6.1.1.
Een herstelsanctie is een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding (artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder b., van de Awb).
6.1.2.
In zoverre is het niet uitgesloten dat verweerder de last oplegt om herhaling te voorkomen van overtreding van artikel 5:27, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Tytsjerksteradiel 2021 (APV). Voor zover de last strekt tot het verlaten en verlaten te houden van de ingenomen ligplaats, is die last naar het oordeel van de rechtbank niet ondeugdelijk. In zoverre faalt de beroepsgrond.
6.1.3.
Dat is anders voor zover de last strekt tot het verplaatsen van de vaartuigen naar een locatie waar het innemen van een ligplaats wel is toegestaan. Dit deel van de last ziet op (een) andere locatie(s) dan het deel van de noordoever van “ [naam vaarwater] ” waar het controlerapport, gedateerd 21 juni 2021 betrekking op heeft. In zoverre is naar het oordeel van de rechtbank sprake van preventieve handhaving (artikel 5:7 van de Awb). Verweerder heeft in zijn besluitvorming evenwel niet gemotiveerd dat het gevaar voor die andere overtreding(en) toen klaarblijkelijk dreigde. Dit deel van de last is daarom opgelegd in strijd met artikel 3:2 en artikel 7:12 van de Awb. In zoverre slaagt de beroepsgrond.
6.1.4.
De rechtbank zal het beroep tegen de last onder dwangsom gegrond verklaren. Zij zal bestreden besluit 1 gedeeltelijk vernietigen, voor zover daarbij de last is gehandhaafd die strekt tot het verplaatsen van de vaartuigen naar een locatie waar het innemen van een ligplaats wel is toegestaan.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBNNE:2023:1517