Rb. Rotterdam 17 augustus 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:7273 – cameratoezicht NVWA in slachthuizen – beelden mogen worden gebruikt voor beboeting.

Mogen de camerabeelden worden gebruikt als bewijs?

5. Eiseres betoogt dat de camerabeelden om meerdere redenen niet gebruikt mogen worden als bewijs en voor het opleggen van een boete. Eiseres heeft de camera’s volgens de uitdrukkelijke instructie en goedkeuring van de NVWA opgehangen. Zij heeft dit enkel en alleen gedaan met de zekerheid dat de beelden niet gebruikt zouden worden voor het opleggen van boetes. De minister handelt dus in strijd met gemaakte afspraken en gewekt vertrouwen. Onderdeel van de gemaakte afspraken over het gebruik van camerabeelden is dat er per locatie, per slachthuis een protocol wordt opgesteld waarin het gebruik is vastgelegd. Dit is ten onrechte niet gebeurd. Eiseres heeft er niet mee ingestemd dat de NVWA wel boetes ging uitdelen voor overtredingen die op de camerabeelden te zien zijn. De minister heeft de spelregels en afspraken over de cameraplaatsing en controle ten onrechte eenzijdig aangepast. Dit was eiseres overigens niet bekend tijdens de controles op 7 en 12 januari 2021. De toezichthouders hebben bovendien – zonder eiseres daarin te kennen – zelf besloten om beelden op te zoeken die ouder waren dan vier weken. Op grond van de geldende privacyregels en de gemaakte afspraak, mochten deze camerabeelden op 7 en 12 januari 2021 niet meer bekeken worden. De bewaartermijn van vier weken was immers verstreken. Ten onrechte gaat de minister hieraan voorbij.

5.1.

Deze beroepsgrond slaagt niet.

5.2.

De minister heeft met betrekking tot (het invoeren van) het cameratoezicht in het verweerschrift verwezen naar brieven van 28 november 2019 en 21 augustus 2020, die hij aan de directies van alle slachthuizen heeft verzonden, en naar een e-mail van 19 juli 2021 die specifiek naar eiseres is gestuurd. Deze brieven en e-mail heeft de minister ook bij het verweerschrift overgelegd. De verzendlijst heeft de minister na de zitting, bij email van 24 juli 2023 overgelegd.

5.2.1.

In de brief van 28 november 2019 staat, voor zover van belang, het volgende:

“Beste directeur,

(…) Sinds 2017 werkt de NVWA aan cameratoezicht in alle slachthuizen, in overleg met de

brancheorganisaties (Nepluvi, COV, VSV en recent ook VZS), als uitwerking van een verzoek hierom van de Tweede Kamer.

Inzet is om op basis van vrijwillige medewerking van de sector te komen tot invoering van

cameratoezicht als ondersteuning van het toezicht van de NVWA.

(…) Rond de zomer van 2019 zijn de circa 50 middelgrote slachthuizen (meer dan 10 GVE per week, zonder permanent toezicht) individueel bezocht. Doel was te bespreken of de slachthuizen vrijwillig mee willen werken aan cameratoezicht.

Uw slachthuis heeft aangegeven niet mee te willen werken, dat betreur ik. In een overleg met de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer op 15 oktober 2019 heeft minister Schouten aangegeven dat er in alle slachthuizen cameratoezicht zal komen. Als er geen vrijwillig cameratoezicht komt, overweegt de minister permanent toezicht op deze slachthuizen.

In dat licht zou ik u willen verzoeken mee te werken aan cameratoezicht. (…)”

5.2.2.

In de brief van 21 augustus 2020 staat, voor zover van belang, het volgende:

“(…) Nieuw keurings- en toezichtsysteem

Op 27 maart 2020 heb ik u geïnformeerd over het uitstellen van de implementatie van het nieuwe keurings- en toezichtsysteem naar het najaar van 2020. Daarnaast heb ik u geïnformeerd over cameratoezicht. Met deze brief wil ik u nadere informatie geven over de stand van zaken van deze onderwerpen.

(…)

Cameratoezicht

Bij bedrijven met een slachtvolume groter dan gemiddeld 10 GVE per week, ondersteunt cameratoezicht het slachthuis en de NVWA bij toezicht op dierenwelzijn. Cameratoezicht brengt alle handelingen met levende dieren in beeld.

De bedrijfsbeheerder en de officiële dierenarts (OD) kunnen u om inzage in de beelden vragen, om die in hun toezicht te betrekken. Daarnaast bezoeken officiële assistenten (OA NVWA) periodiek de slachthuizen voor camera-inspecties. Het gaat om inspecteurs in dienst van de NVWA.

In beginsel bezoeken zij de slachthuizen met permanent toezicht twee keer per maand, de middelgrote slachthuizen 1 keer per maand. Zij vragen daarbij inzage in beelden.

Cameratoezicht werkt met de reguliere wet- en regelgeving rond dierenwelzijn. Camerabeelden kunnen dan ook de basis zijn voor het nemen van maatregelen conform het reguliere interventiebeleid. Waar nodig zullen de OD of OA afschrift van de relevante beelden opvragen. (…)”

5.2.3.

Uit de inhoud van de brieven volgt dat dus het cameratoezicht dient ter ondersteuning van het toezicht door de NVWA op dierenwelzijn, dat de beelden in het toezicht worden betrokken, dat cameratoezicht werkt met de reguliere wet- en regelgeving rond dierenwelzijn en dat camerabeelden de basis kunnen zijn voor het nemen van maatregelen conform het reguliere interventiebeleid. Deze brieven zijn naar eiseres gestuurd voordat het cameratoezicht op haar bedrijf feitelijk is geïmplementeerd. Dat was volgens eiseres op 17 november 2020.

5.2.4.

De rechtbank ziet niet in hoe eiseres zou kunnen denken dat de camerabeelden niet zouden worden gebruikt voor interventies. De tekst van de brieven geeft daar geen enkele houvast voor. Hetzelfde geldt voor de stelling van eiseres dat zou zijn afgesproken of toegezegd dat de beelden niet zouden worden gebruikt voor beboeting. Zij heeft die stelling ook niet met stukken onderbouwd. Uit het door haar overgelegde verslag “Overleg slachterijen inzake gebruik Camera’s voor toezicht” op 13 april 2017 volgt een dergelijke toezegging in ieder geval niet. In dit stuk staat juist: “De beschikbaarheid van CCTV beelden voor de NVWA zal niet in de plaats komen van (delen van) het vigerende NVWA toezicht. Het biedt extra transparantie en de mogelijkheid beelden van gebeurtenissen ‘terug te halen’ voor analyse en bespreking.” Dit bevestigt dat cameratoezicht dient ter ondersteuning van het toezicht door de NVWA.

5.2.5.

Verder was aanvankelijk sprake van een pilot waarbinnen niet werd beboet. Ter zitting heeft de gemachtigde van de minister verklaard dat dit gebeurde omdat er nog niet in alle slachthuizen cameratoezicht was en het dus niet eerlijk werd gevonden om de slachthuizen met cameratoezicht wel te beboeten en de andere slachthuizen niet. Die situatie deed zich op 19 en 26 november 2020 echter niet meer voor. De werkwijze in het kader van een pilot duidt er naar het oordeel van de rechtbank juist op dat in een normale situatie (waarin geen sprake meer is van een pilot) wél wordt beboet.

5.2.6.

Ook de omstandigheid dat eiseres op vrijwillige basis is gaan deelnemen aan het cameratoezicht heeft bij haar niet redelijkerwijs het vertrouwen kunnen wekken dat de beelden niet zouden worden gebruikt om boetes op te leggen. In de brief van 28 november 2019 staat namelijk “Als er geen vrijwillig cameratoezicht komt, overweegt de minister permanent toezicht op deze slachthuizen”. Met andere woorden: het was voor eiseres kiezen of delen. Verder is niet zonder betekenis dat de camera’s op kosten van de NVWA zijn geïnstalleerd, terwijl anders het toezicht op reguliere wijze zou plaatsvinden op kosten van eiseres.

5.2.7.

In reactie op de stelling van eiseres dat er ten onrechte geen protocol met haar is afgesproken, heeft de minister in het verweerschrift het standpunt ingenomen dat in 2017 nog de gedachtegang was om met individuele protocollen per bedrijf te gaan werken, maar dat de afspraken met de brancheorganisaties daarvoor in de plaats zijn gekomen. De rechtbank ziet geen reden om de minister daar niet in te volgen, zeker niet nu eiseres dit standpunt van de minister niet heeft weersproken.

5.2.8.

Het voorgaande duidt er naar het oordeel van de rechtbank niet op dat het cameratoezicht was bedoeld om vrijblijvend aan deel te nemen. De minister mag daarom in beginsel camerabeelden gebruiken voor toepassing van zijn interventiebeleid.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBROT:2023:7273