Rb. Rotterdam 24 juni 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:5502 – Aanvulling motivering afwijzing handhavingsverzoek bij BOB vereist geen intrekking BIP
3.2. Anders dan eiseres meent was noch verweerder noch de NVWA gehouden om ambtshalve – dus los van het bezwaar – over te gaan tot intrekking van het primaire besluit omdat daarin was verzuimd expliciet in te gaan op het verzoek om te handhaven op grond van de Wpg. Het gaat hier om een volledige heroverweging van het primaire besluit, waarbij de feitelijke (en soms ook juridische) grondslag van de aanvraag de buitengrens vormt (vgl. ECLI:NL:RVS:2015:177 en ECLI:NL:CBB:2017:327). Nu verweerder was verzocht handhavend op te treden tegen de bedrijven die in 2018 tijgermuggen of gelekoortsmuggen hebben ingevoerd en/of verspreid, heeft verweerder terecht bij de heroverweging van het primaire besluit betrokken dat hij niet expliciet was ingegaan op de vraag of hij op basis van de Wpg bevoegd was tot handhaving over te gaan, en zo ja, of dit reden vormde om dit alsnog te doen.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2020:5502