Rb. Zeeland-West-Brabant 1 oktober 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6675 – Hhverzoek is gericht op het aanpassen van een AVV. Beroep is daarom niet mogelijk.

Wat heeft eiseres in haar handhavingsverzoek gevraagd?

4. Eiseres heeft alle colleges van Gedeputeerde Staten in Nederland, waaronder het college van Zeeland, gevraagd om handhavend op te treden tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen waarin één of meer van de veertien door haar genoemde stoffen voorkomen. Dit verzoek is gebaseerd op artikel 6, tweede lid van de Habitatrichtlijn. Expliciet vraagt eiseres het college om het gebruik van die bestrijdingsmiddelen niet langer toe te staan omdat wetenschappelijke twijfel bestaat of het gebruik ervan geen significante effecten heeft op Natura 2000-gebieden.

4.1Pas in beroep heeft eiseres toegelicht dat het handhavingsverzoek ook opgevat moet worden als een verzoek aan het college om handhavend op te treden tegen zichzelf wegens overtreding door het college van artikel 6, tweede lid van de Habitatrichtlijn. Dit is naar het oordeel van de rechtbank een uitbreiding van het verzoek zoals dat is ingediend en waarop het college heeft beslist. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS)1 blijkt dat de reikwijdte van een handhavingsverzoek na het primaire besluit niet meer kan worden uitgebreid. Daarom gaat de rechtbank bij de verdere beoordeling uit van het oorspronkelijke handhavingsverzoek zoals dat is ingediend op 8 oktober 2021 en aangevuld op 9 december 2021.

Moest het college het bezwaar in behandeling nemen op grond van de Awb?

5. Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet gericht is tegen een besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Eiseres heeft om een algemeen verbod gevraagd en niet om handhavend op te treden tegen bepaalde overtreders of overtredingen op bepaalde percelen. Daarmee heeft eiseres gevraagd om een algemeen verbindend voorschrift vast te stellen of te wijzigen. De afwijzing van het verzoek van eiseres moet dus gezien worden als afwijzing van een verzoek om een algemeen verbindend voorschrift vast te stellen of te wijzigen. Daartegen staat geen bezwaar of beroep open.

5.1Een algemeen verbindend voorschrift is een naar buiten werkende, voor de daarbij betrokkenen bindende regel, uitgegaan van het openbaar gezag dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent. Een algemeen verbindend voorschrift onderscheidt zich van andere besluiten doordat het algemene, abstracte regels bevat, die zich zonder nadere normering voor herhaalde concrete toepassing lenen.2 De rechtbank is van oordeel dat een algemeen verbod om bepaalde bestrijdingsmiddelen te gebruiken zonder nadere normering herhaald toegepast kan worden. Eiseres heeft dus verzocht om een algemeen verbindend voorschrift te wijzigen of vast te stellen. Op grond van artikel 7:1 in samenhang met artikel 8:3, eerste lid van de Awb, kan tegen de afwijzing hiervan geen bezwaar worden gemaakt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBZWB:2024:6675