Vzr. ABRvS 16 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1191 – begunstigingstermijn illegale garage mag niet worden gekoppeld aan moment van legalisering van nieuwe garage.

Print deze pagina

4.1.    Bij het bestreden besluit van 17 februari 2021 heeft het college de begunstigingstermijn verlengd tot twee maanden na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning die op 1 februari 2021 aan [partij] op zijn verzoek is verleend voor het verplaatsen van de garage naar de voorkant van zijn perceel.

5.       [appellant] is het niet met de verlenging van de begunstigingstermijn eens en vindt deze onredelijk lang.

Hij betoogt daarbij onder meer dat in het besluit ten onrechte een koppeling is gelegd tussen de last onder bestuursdwang en de omgevingsvergunning voor verplaatsing van de garage, omdat er in juridische zin sprake is van twee losstaande procedures. Met het verlengingsbesluit wordt volgens hem bovendien onvoldoende rekening gehouden met zijn belangen, nu hij zich al vanaf 2016 inzet voor verwijdering van de garage op die bewuste locatie, hij al deze tijd tegen het bouwwerk moet aankijken en bovendien de verkoopbaarheid van zijn woning lastiger is met het bouwwerk in het zicht.

6.       De voorzieningenrechter overweegt dat het college bij het besluit van 17 februari 2021 is uitgegaan van een koppeling tussen de afbraak van de garage op de oude locatie en herplaatsing daarvan op een andere locatie op het perceel van [partij].

Mede gelet op de uitgangspunten van de uitspraak van de Afdeling van 6 mei 2020 ziet de voorzieningenrechter voor een dergelijke koppeling geen juridische basis. Zowel de lengte van de begunstigingstermijn voor verwijdering van de garage, als de schadevergoeding voor [partij] in verband daarmee, staan naar oordeel van de voorzieningenrechter los van de voorgenomen verplaatsing van de garage naar een andere locatie. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het college niet in redelijkheid op grond van een koppeling daartussen tot verlenging van die begunstigingstermijn heeft kunnen overgaan en van handhavend optreden heeft kunnen afzien.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@125677/202005858-1-r2-en-202005858-2-r2/

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *