WODC onderzoek schorsende werking bij bestuurlijke boetes

Print deze pagina

“Samenvatting

Het verschil in schorsende werking van rechtsmiddelen tussen bestuursrecht en strafrecht heeft aanleiding gegeven tot de volgende probleemstelling.

  1. Hoe dient het als hoofdregel ontbreken van schorsende werking van bezwaar en beroep tegen boetebesluiten uit normatief respectievelijk empirisch oogpunt te worden beoordeeld?
  2. Is er reden om, overeenkomstig het strafrecht, te voorzien in een wettelijke regeling waarmee de effectuering van bestuurlijke boetes wordt geschorst gedurende de fase van rechtsbescherming tegen bestuurlijke boetes?

Deze probleemstelling is uitgesplitst in de volgende deelvragen:
– Waarom heeft bezwaar of beroep tegen een boetebesluit in het Nederlandse bestuursrecht als hoofdregel geen schorsende werking?
– Welke uitzonderingen zijn er op deze hoofdregel en op welke gronden?
– Hoe verhoudt de afwezigheid van schorsende werking van bezwaar en beroep tegen een boetebesluit zich tot het onschuldvermoeden?
– Welke betekenis komt in dit verband de voorlopigevoorzieningenprocedure toe?
– Hoe gaan bestuursorganen in de praktijk om met hun bevoegdheid tot invordering van bestuurlijke boetes?
– In hoeverre speelt het treffen van een betalingsregeling daarbij een rol?“

https://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/3014-rechtswaarborgen-in-het-bestuursrecht.aspx

H.E. Bröring, A. Tollenaar, M. Feenstra, A. Outhuijse.

Print deze pagina